1E vrijdag 13 mei 5.3 Lezen IIII

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
Terugblik op gisteren: het schrijven van de overtuigende/activerende tekst - 5 minuten
Signaalwoorden oefening - 10 minuten
Oefentoets - 25 minuten
Oefentoets nabespreken - 10 minuten
Lesafsluiting
Lesdoel: Na deze les kan ik de verwachte vraagstellingen van de toets benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Gisteren
Tekst geschreven: goed gedaan!
Ik heb nog wat feedback gegeven. 

Vaak zie nog niet overal hoofdletters of punten. Dit is ALTIJD NODIG, BIJ WAT JE OOK SCHRIJFT!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die zeggen wat iemand doet in een zin
B
Woorden die zinnen aan elkaar koppelen
C
Woorden die relaties tussen zinnen aangeven

Slide 5 - Quizvraag

Peter wil meer weten over wat jongeren tof vinden. Ten eerste wie ze qua muziek volgen. Ten tweede wie ze op TikTok volgen. Ook is hij benieuwd naar hun lievelingsseries.

Wat is de relatie tussen deze zinnen?
A
De tweede, derde en vierde zin vertellen oorzaken van waarom Peter meer over jongeren wil weten
B
De tweede, derde en vierde zin vertellen meerdere dingen die Peter' wil weten. Die dingen worden dus opgesomd.

Slide 6 - Quizvraag

Peter wil meer weten over wat jongeren tof vinden. Ten eerste wie ze qua muziek volgen. Ten tweede wie ze op TikTok volgen. Ook is hij benieuwd naar hun lievelingsseries.

Door welke signaalwoorden weet je wat er wordt opgesomd?
A
Muziek, TikTok, Lievelingsseries
B
Ten eerste, Ten tweede, Ook.

Slide 7 - Quizvraag

Ik denk altijd dat ik leuke dingen voor jongeren kan bedenken, maar ik begin te vermoeden dat ik te oud ben en hun smaak niet meer snap.

Welke twee dingen staan in deze zinnen 'tegenover' elkaar?
A
De 'ik' is te oud en snapt jongeren niet.
B
De 'ik' denkt dat ze iets kan, maar vermoed nu dat ze dat niet kan omdat ze te oud is.

Slide 8 - Quizvraag

Ik denk altijd dat ik leuke dingen voor jongeren kan bedenken, maar ik begin te vermoeden dat ik te oud ben en hun smaak niet meer snap.

Door welk signaalwoord weet je dat de tweede zin een tegenstelling van de eerste is?
A
Vermoeden
B
Begin
C
Maar

Slide 9 - Quizvraag

Vanmorgen was ik supermoe. Eerst heb ik de wekker tien keer uitgedrukt. Toen kwam mijn moeder me wakker maken. Daarna moest ik mijn bed wel uit, anders zou ik te laat op school komen.

Op welke manier staan de 2e, 3e en 4e zin in relatie tot de 1e?
A
In die zinnen worden tegenstellingen van wat er op een ochtend gebeurt in verteld.
B
In de zinnen worden verschillende gebeurtenissen op een ochtend in een bepaalde volgorde verteld.

Slide 10 - Quizvraag

Vanmorgen was ik supermoe. Eerst heb ik de wekker tien keer uitgedrukt. Toen kwam mijn moeder me wakker maken. Daarna moest ik mijn bed wel uit, anders zou ik te laat op school komen.

Benoem de signaalwoorden van tijd in deze zinnen.

Slide 11 - Open vraag

Aan welk signaalwoord kun
je hier een tegenstelling herkennen?
Omschrijf ook de tegenstelling.

Slide 12 - Open vraag

Aan welke signaalwoorden zie je meteen
dat zonnestralen meerdere effecten hebben?
Wat voor signaalwoorden zijn dit dus?

Slide 13 - Open vraag

1. Geef twee voorbeelden van signaalwoorden van tijd.
2. Geef twee voorbeelden van signaalwoorden van tegenstelling.
3. Geef twee voorbeelden van signaalwoorden van opsomming.

Slide 14 - Open vraag

Oefentoets. 12 vragen...
1. Werk in stilte, test jezelf!
2. Je hebt 25 minuten de tijd. 
3. Na de toets krijg je antwoorden om jezelf na te kijken en vragen te stellen. 
4. Als er nog tijd is, kunnen we even iets ontspannen kijken. 
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 16 - Tekstslide