Klas3havo H5.5 Rekenen met de btw

Paragraaf 5.5 BTW 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.5 BTW 

Slide 1 - Tekstslide

De Tarieven

Slide 2 - Tekstslide

Werkwijze
Bedrijven dragen de ontvangen btw af aan de Belastingdienst. Voor bedrijven is niet de consumentenprijs van belang, maar de verkoopprijs exclusief btw. Bedrijven krijgen betaalde btw bij inkoop terug van de Belastingdienst. Voor de boekhouding is dus de inkoopprijs exclusief btw van belang. Daarom is het belangrijk om het btw-bedrag uit de consumentenprijs en de inkoopprijs te kunnen halen. Omdat het percentage van de btw berekend wordt op de prijs exclusief btw, is de opbouw exclusief en inclusief btw als volgt:

Slide 3 - Tekstslide

Een voorbeeld:



De prijs inclusief btw is 121%. Door de prijs te delen door 121 krijg je het bedrag dat bij 1% hoort. Het vermenigvuldigen van deze uitkomst met 100 geeft de prijs exclusief btw.
Een voorbeeld:
De prijs inclusief btw is € 242.         1% = € 242 : 121 = € 2
De prijs exclusief btw = 100% = 100 × € 2 = € 200.
Je rekent bij een btw-percentage van 21% een bedrag om van 121% naar 100%. Het is bij dit btw-percentage daarom ook mogelijk om het bedrag inclusief btw te delen door 1,21.
De uitkomst is het bedrag exclusief btw.

Slide 4 - Tekstslide

Maak alle BTW opgaven

Slide 5 - Tekstslide

Opgaven 1 en 2
1 a € 2.662 = 121% → prijs exclusief btw: (2.662 / 121) × 100 = € 2.200
b € 199 = 121% → (199 / 121) × 100 = € 164,46
c € 39 = 121% → (39 / 121) × 100 = € 32,23
2 a prijs exclusief btw: (€ 6,54 / 109) × 100 = € 6 →
btw-bedrag: € 6,54 – € 6 = € 0,54
b prijs exclusief btw: (695 / 121) × 100 = € 574,38 →
btw-bedrag: € 695 – € 574,38 = € 120,62
c prijs exclusief btw: (€ 2,18 / 109) × 100 = € 2 →
btw-bedrag: € 2,18 – € 2 = € 0,18

Slide 6 - Tekstslide

Opgaven 3 en 4
3 € 290,40 / € 240 = 121, dus 21%
4 a € 30 – 20% btw = € 25 (€ 30 / 1,20)
€ 25 + 5% = 26,25 (€ 25 × 1,05)
b € 25 + 12% = € 28

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 5
5 8% extra btw verhoogt de consumentenprijs met € 0,10. 1% van de benzineprijs exclusief
btw is dus € 0,10 / 8 = € 0,0125. De benzineprijs exclusief btw is 100 × € 0,0125 = € 1,25.
Met 20% btw wordt de consumentenprijs € 1,25 + 20% = € 1,50.
Of: de benzineprijs exclusief btw = A. Dan geldt:
1,20A – 1,12A = 0,10
0,08A = 0,10
A = 1,25
1,25 + 20% = 1,50

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 6
6 bij € 395: € 395 / 1,21 = € 326,45
€ 395 – € 326,45 = € 68,55 btw
bij € 349: € 395 / 1,21 = € 288,43
€ 349 – € 288,43 = € 60,57 btw
Het verschil is € 68,55 – € 60,57 = € 7,98.
Of: € 46 verschil waarin btw verrekend zit. Dat scheelt € 46 / 1,21 = € 38,02 in de prijs
exclusief btw. Dus een verschil van € 38,02 × 0,21 = € 7,98 verschil in btw.

Slide 9 - Tekstslide

7 %
9%
0%
21%
19%

Slide 10 - Sleepvraag

€ 242,- inclusief 21% btw, exclusief btw maken door....
A
€ 242,- : 1,09 =
B
€ 242,- : 1,21 =
C
€ 242,- * 1,09 =
D
€ 242,- * 1,21 =

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide