In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5. Verzorgingsstaat
5.6 Werken nu en in de toekomst
Slide 1 - Tekstslide
Even herhalen
Terugblik vorige les
Stil werken 5.6
Uitleg 5.6 + stellingen
Verder afmaken opdrachten 5.6
Slide 2 - Tekstslide
Floor raakt haar baan kwijt nadat zij twee jaar heeft gewerkt bij een groot marketingbedrijf. Haar contract wordt helaas niet verlengd. Van welke uitkering kan zij gebruik maken?
A
AOW
B
WW
C
WULBZ
D
AKW
Slide 3 - Quizvraag
Als Teun deze uitkering wil krijgen, verplicht de gemeente waar hij woont hem vrijwilligerswerk te doen.
A
WW
B
AOW
C
WULBZ
D
Bijstand
Slide 4 - Quizvraag
Positieve discriminatie houdt in dat
A
Sommige groepen een voordeel krijgen.
B
Sommige groepen benadeeld worden
C
Sommige groepen benadelen hun omgeving
D
Sommige mensen beter zijn in hun werk
Slide 5 - Quizvraag
Zelfstandig maken
Stil werken
Hoofdstuk 5.6 vraag 1, 3 t/m 9
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen...
- waarom we werken
- met welke veranderingen we te maken gaan krijgen mbt werk
Slide 7 - Tekstslide
Waarom werken we?
Materiële behoefte: inkomen.
Immateriële behoeften: opdoen van sociale contacten, verbeteren van status, erkenning.
Werk vergroot de welvaart + welzijn van een samenleving. Werk zorgt ervoor dat je gezonder bent en je onderdeel voelt van de samenleving
Slide 8 - Tekstslide
Waarom werken we?
*vraag 1: wat is de belangrijkste reden voor een bijbaan...? materieel natuurlijk
*vraag 3: hobby's = immateriële behoeften
*vraag 6: geld voor leuke/gezonde dingen, minder stress geld, meer soc. contact
Slide 9 - Tekstslide
Arbeidsethos
Het belang dat mensen aan werk hechten.
Hoog arbeidsethos: positief over werk.
Laag arbeidsethos: negatief, werk is iets vervelends (je kunt weinig van je leven genieten).
Slide 10 - Tekstslide
Welke landen staan bekend om een hoog arbeidsethos? Wat vind je daarvan?
Slide 11 - Open vraag
Arbeidsmarkt
De plaats waar vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten.
Aanbod: beroepsbevolking (iedereen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar is voor werk).
Vraag: werkgelegenheid. Als de vraag groter is dan het aanbod heb je een "overspannen arbeidsmarkt", andersom heb je veel werkloosheid.
Slide 12 - Tekstslide
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Automatisering
Flexibilisering
Globalisering
Slide 13 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Automatisering
Het vervangen van menselijke arbeid door machines en computers (=overal)
Voordeel: werknemers zich op meer uitdagende taken richten, behoefte aan andere werknemers
Overheid en werkgevers proberen werknemers bij te scholen of om te scholen naar een andere baan
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Flexibilisering
De ontwikkeling naar veel meer variaties in arbeidsrelaties en arbeidscontracten.
Flexibele werkcontracten: oproepbaar of tijdelijk
Nadeel: je voelt je minder snel onderdeel van het bedrijf, kwetsbaar in tijden van crises.
Zzp'ers: voordeel voor de werkgevers: zzp'ers zijn flexibel en dus inzetbaar wanneer nodig, geen premies! Voordeel voor de zzp'er zelf: hij is eigen baas en heeft meer vrijheid.
Gevaar zzp'ers verzekerden zich vaak niet en dan..? Wie zorgt er voor hen?
Slide 17 - Tekstslide
ZZP'ers verplicht verzekeren
Moeten zzp'ers verplicht worden om zichzelf te verzekeren?
Waarom wel/niet?
Slide 18 - Tekstslide
Globalisering
Door de wereldwijde handel raken economieën steeds meer met elkaar verbonden. Denk bv aan de EU, die is veranderd in één gemeenschappelijke arbeidsmarkt, maar ook aan bedrijven die gedeeltelijk naar Azië verplaatsen voor de lage lonen
Slide 19 - Tekstslide
Vraag 4: positieve en negatieve gevolgen
Positief gevolg:
- Bedrijven kunnen makkelijker investeren of uitbreiden naar andere gebieden.
- Er komen steeds meer regels vanuit de Europese Unie die de arbeidsomstandigheden en voorwaarden van werknemers verbeteren (in sommige landen is dat een enorme winst)
Negatief gevolg:
- Talent verdwijnt uit Nederland omdat ze naar het buitenland vertrekken