Spreekvaardigheid Weer
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Slide 4 - Open vraag
Sleep de juiste getallen bij elkaar!
zwanzig
eins
sechzehn
drei
siebzehn
zwölf
fünfzehn
neun
20
1
16
12
3
17
15
9
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Slide 7 - Open vraag
Die Tage der Woche
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
der Montag
der Dienstag
der Mittwoch
der Donnerstag
der Freitag
der Samstag
der Sonntag
Slide 8 - Sleepvraag
Hoe zeg je: "op maandag"?
A
am Montag
B
auf Montag
C
im Montag
Slide 9 - Quizvraag
Was ist der letzte Tag der Woche?
A
der Samstag
B
der Sonntag
C
der Samstertag
D
die Zonntag
Slide 10 - Quizvraag
Übersetze:
vertaal:
op zaterdag
vertaal:
op zaterdag
Slide 11 - Open vraag
Übersetze = vertaal:
op vrijdag
op vrijdag
Slide 12 - Open vraag
Übersetze = vertaal:
op dinsdag
op dinsdag
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Beschrijf elke dag apart!
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Beschrijf elke dag apart!
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Beschrijf elke dag apart!
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Beschrijf elke dag apart!
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent besser?
A
beter
B
slechter
C
mooier
D
beste
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent schöner?
A
mooier
B
stommer
C
mooi
D
liefer
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent tot?
A
tut
B
tüt
C
bis
D
zum
Slide 20 - Quizvraag
Übersetze = vertaal:
beter
beter
Slide 21 - Open vraag
Übersetze = vertaal:
mooier
mooier
Slide 22 - Open vraag
Übersetze = vertaal:
tot
tot
Slide 23 - Open vraag
Übersetze = vertaal:
16 tot 17 graden (getallen niet uitschrijven)
16 tot 17 graden (getallen niet uitschrijven)
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Beschrijf het weer voor alle dagen,
Benoem de Temperatur, Wetterlage,
Beschrijf na elke dag, of het weer
beter of slechter wordt?!?
Benoem de Temperatur, Wetterlage,
Beschrijf na elke dag, of het weer
beter of slechter wordt?!?
Slide 26 - Open vraag
Sleep de juiste getallen bij elkaar
zwanzig
minus eins
sechzehn
drei
siebzehn
zwölf
fünfzehn
neun
20
-1
16
12
3
17
15
9
