H. 5.3 - 1 De stelling van Pythagoras

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

5.3

Rechthoekige driehoek

wat is een kenmerk van een rechthoekige driehoek?

Wat gaan we doen?

1. beetje kennis ophalen

2. doel

3. theorie

4. oefenen

5. zelf bezig

6. samenvatting

Doel:

Aan het eind van deze les weet je welke zijde in een rechthoekige driehoek de schuine zijde is en welke de korte zijden of te wel rechthoekszijden zijn

Zijden rechthoekige driehoek

de schuine zijde ligt altijd tegenover de rechte hoek

Oefenen samen

Schrijf op: welke zijde van deze driehoeken is de schuine zijde?

De lange zijde van een rechthoekige driehoek

1. ligt naast de rechte hoek
2. is altijd blauw
3. ligt tegenover de rechte hoek
4. is altijd AC

Welke zijde is
de schuine zijde?

1. KM
2. KT
3. ML
4. KL

Welke zijden zijn
de rechthoekszijden?
Of te wel: Welke zijden zijn
de korte zijden?

1. KM en LM
2. LM en KL
3. KM en KL
4. Geen

Nu zelf

som 31 t/m 35 en 37 en 38

Wat heb je geleerd?

Je weet welke zijde in een rechthoekige driehoek de schuine zijde is en welke de korte zijden of te wel rechthoekszijden zijn

5.3

Bereken met je rekenmachine

(√​64​​​+4)​3​​−(153+575)=

Rechthoekige driehoek

wat is een kenmerk van een rechthoekige driehoek?

Wat is een kenmerk van een rechthoekige driehoek?

Wat gaan we doen?

1. beetje kennis ophalen

2. doel

3. theorie

4. oefenen

5. zelf bezig

6. samenvatting

Doel:

Aan het eind van deze les weet je welke zijde in een rechthoekige driehoek de schuine zijde is en welke de korte zijden of te wel rechthoekszijde zijn

Zijden rechthoekige driehoek

de schuine zijde ligt altijd tegenover de rechte hoek

Oefenen samen

Schrijf op: welke zijde van deze driehoeken is de schuine zijde?

De lange zijde van een rechthoekige driehoek

1. ligt naast de rechte hoek
2. is altijd blauw
3. ligt tegenover de rechte hoek
4. is altijd AC

Welke zijde is
de schuine zijde?

1. KM
2. KT
3. ML
4. KL

Welke zijden zijn
de rechthoekszijden?
Of te wel: Welke zijden zijn
de korte zijden?

1. KM en LM
2. LM en KL
3. KM en KL
4. Geen

Nu zelf

som 31 t/m 35 en 37 en 38

Wat heb je geleerd?

Je weet welke zijde in een rechthoekige driehoek de schuine zijde is en welke de korte zijden of te wel rechthoekszijden zijn