Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Bijwoordelijke bepaling
Het meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp is vaak de andere persoon in de zin.
Je kan voor het meewerkend voorwerp 'aan' of 'voor' zetten.
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp is vaak de andere persoon in de zin.
Je kan voor het meewerkend voorwerp 'aan' of 'voor' zetten.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het meewerkend voorwerp?
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt, verneemt of van wie iets wordt afgenomen.
In een zin kan maar één meewerkend voorwerp staan.
niet in iedere zin zit een meewerkend voorwerp.
Slide 2 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan
voor wie iets bestemd is
.
Niet in elke zin staat een meewerkend voorwerp.
Slide 3 - Tekstslide
meewerkend voorwerp
Haar moeder
een lange preek.
gaf
haar
Slide 4 - Sleepvraag
meewerkend voorwerp
Klas M2E
chocola.
geeft
mevrouw Bos
Slide 5 - Sleepvraag
meewerkend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 6 - Sleepvraag
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘
prullenbak
’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.
Slide 7 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
Doel:
Na deze les weet ik wat de bijwoordelijke bepaling is
Ik kan de bijwoordelijke bepaling aanwijzen in de zin
Slide 8 - Tekstslide
Vandaag leer je...
-Wat een bijwoordelijke bepaling is
-Hoe je een bijwoordelijke bepaling kan vinden
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Welke vraag(en) stel je ook alweer om de bijwoordelijke bepaling te bepalen?
waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
hoe = bijwoordelijke bepaling van reden
Slide 11 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
A
geeft o.a. antwoord op vragen: waar? en wanneer?
B
Is een prullenbak!
C
Alles wat overbljft
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren
Slide 13 - Quizvraag
bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 14 - Sleepvraag
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
nooit
heb
gewonnen.
met de andere quizzen
Slide 15 - Sleepvraag
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
mijn huiswerk
heb
af.
bijna altijd
Slide 16 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat
Slide 17 - Sleepvraag
lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad
Slide 18 - Sleepvraag
In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan, maar het kan ook zo zijn dat er geen bijwoordelijke bepaling in de zin staat.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Rico : Een zin kan meer dan een bijwoordelijke bepaling
hebben.
Raya : Het woord 'niet' is in een zin altijd een bijwoordelijke
bepaling.
A
Rico en Raya hebben beide gelijk.
B
Rico en Raya hebben beide ongelijk.
C
Rico heeft gelijk; Raya niet.
D
Raya heeft gelijk; Rico niet.
Slide 20 - Quizvraag
Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Een bijwoordelijke bepaling..
A
zijn overgebleven zinsdelen
B
staan meestal niet in de zin
C
kun je vinden als je het gezegde hebt
D
valt niet onder zinsdelen
Slide 22 - Quizvraag
EXTRA: bijwoordelijke bepaling.
Je vindt bijwoordelijke bepalingen door vraagwoorden te gebruiken, zoals:
A
de, het, een
B
waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee
C
ik, jij, zij, hem
D
wie, wat
Slide 23 - Quizvraag
De docent wiskunde
heeft
Amber
uitleg
gegeven.
na het laatste lesuur
bijwoordelijke bepaling
Slide 24 - Sleepvraag
Je
moet
Diana
beloven.
niets
bijwoordelijke bepaling
Slide 25 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat
Slide 26 - Sleepvraag
lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad
Slide 27 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Bijwoordelijke bepaling 2A
Maart 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
Juni 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Blok 5 grammatica klas 2 kgt
Mei 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling 2A
Februari 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
5.7 Bijwoordelijke bepaling
Mei 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
Juni 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
8. Bijwoordelijke bepaling
September 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
September 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2