Les 14 ZH4 11-10-23 paragraaf 4.3

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

       Startklaar:

- Telefoon in Zakkie!
- Op tafel:
              Pen
              Map
              Feniksboek
Welkom bij de Geschiedenisles ZH4!

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht:
Schrijf de antwoorden op de volgende vragen op:



1.  
2. 
3. 




timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

De Islamitische expansie vond vooral plaats in de:
A
6e eeuw
B
7e eeuw
C
8e eeuw
D
9e eeuw

Slide 4 - Quizvraag

Wat was de benaming van Spanje ten tijde van de Islamitische overheersing?
A
Hispania
B
Andalucia
C
Isbaniyya
D
Al-Andalus

Slide 5 - Quizvraag

Het feodalisme was een:
A
Politiek systeem
B
Economisch systeem

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet deze stad?
A
Bagdad
B
Cairo
C
Constantinopel
D
Jeruzalem

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor samenleving had het Islamitische Rijk?
A
Agrarisch-urbaan
B
Urbaan
C
Agrarisch
D
Nomadisch

Slide 8 - Quizvraag

Waarom gingen moslims tolerant om met christenen en joden in veroverde gebieden?
A
Dit was niet het geval. Ze waren niet tolerant
B
Omdat ze hoopten dat ze zich daarom zouden bekeren
C
Omdat ze tolerant waren voor alle andere geloven
D
Omdat het ook Abrahamistische geloven waren

Slide 9 - Quizvraag

Welke stad is dit?
A
Athene
B
Cordoba
C
Cairo
D
Rome

Slide 10 - Quizvraag

Programma deze les:
  1. Quiz
  2. Lesdoelen 
  3. Uitleg over Kruistochten
  4. Pauze 
  5. Uitleg over Centralisatie en staatsvorming
  6. Opdrachten / huiswerk volgende week

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

...Begrijp je dat onenigheid over de status van Jeruzalem leidde tot een conflict waarbij West-Europese ridders onder aanvoering van de paus ruim 100 jaar gebieden in het Midden-Oosten veroverden (kruistochten)

...Begrijp je dat koningen over een langere periode hun macht centraliseerden door uniformering van wetten, taal en het opbouwen van ambtenarenapparaten.


Slide 12 - Tekstslide

Herhaling vorige les
  • Mohammed sterft in 632 
  • Het Byzantijnse en Perzische Rijk hebben elkaar verzwakt
  • De islamitische expansie zet versneld door

  • De islamitische cultuur (architectuur en wetenschap verspreidt zich door het Rijk)
  • Deze cultuur wordt gekenmerkt door zowel continuïteit als verandering
  • Voor andere religies in het Rijk waren de moslims redelijk tolerant

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten
Tijd van Monniken en Ridders (500-1000)
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
-------------------------------------------> Allebei Middeleeuwen!




Kenmerkende aspecten dit tijdvak:
  1. Opkomst van Handel en Steden
  2. Opkomst Stedelijke burgerij
  3. Begin van staatsvorming en centralisatie
  4. Conflict in christelijke wereld over wereldlijke en geestelijke macht
  5. Expansie van christelijke wereld via kruistochten

Slide 15 - Tekstslide

Context bij kruistochten
1. Macht lag bij koningen en bij de Paus (katholieke Kerk). Daar zat een spanning tussen. Wie had de meeste ridders?

2. In 1094 wordt Constantinopel aangevallen door de Turkse Seldjoeken ---> Pauselijke propaganda: "vijand van het christendom"
K.A. : Expansie van christelijke wereld via kruistochten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Jeruzalem, een belangrijke stad
K.A. : Expansie van christelijke wereld via kruistochten
Christenen:
Moslims:
Joden:
Omdat Jezus hier leefde, onderwees en stierf
Omdat de profeet Mohammed hier opsteeg naar de hemel
Omdat dit de plek is waar Abraham zijn zoon wilde offeren aan God

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Kruistocht (1095-1099)




  1. Oproep van de Paus
  2. Eer, roem en avontuur
  3. Ideologie: heilige oorlog voor het christendom
  4. Kwijtschelding van zonder via een aflaat ("ticket to heaven")

Slide 22 - Tekstslide

Motieven van kruisvaarders
Geestelijken
Christelijk geloof beschermen en uitbreiden
Vorsten
Aanzien vergroten als beschermer van het geloof
Adel
Avontuur, roem, rijkdom en land verwerven
Armen en criminelen
Vergeven van zonde (aflaten), kwijtschelding van schulden en straffen, bescherming van familie en bezit

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen Eerste Kruistocht (1095-1099)






  1. Gebieden veroverd ("kruisvaarderstaten")
  2. Veilige doortocht voor pelgrims (Christenen die op bedevaart gaan)
  3. Inkomsten: Italiaanse steden kunnen makkelijker handelen met het Oosten (specerijen en zijde)
  4. Europa kwam in aanraking met verloren kennis


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Kruisvaarderstaten

Slide 26 - Tekstslide

Verdere christelijke uitbreiding?
Andere voorbeelden van kruistochten:
 - In Oost-Europa (1200-1400)
----> Kerstening heidenen

Handel naar Oosten
----> Missionarissen mee naar Azië

 Reconquista ("herovering")
- Christenen heroveren Spanje op de Moslims 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

5 minuten pauze, terug om 14u!

Slide 29 - Tekstslide

Context: begin van staatsvorming en centralisatie
Feodalisme (leenstelsel):
- Koning verdeelt land (verdeel & heers)
- Koning (= leenheer) geeft dus grond weg
- Vazallen (= leenmannen) zweren trouw aan de koning

Macht van de koning was dus opgebouwd uit veel 
fragmenten: stukjes land met vazallen 
-----> risico op afbrokkeling! 



K.A. : Begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 30 - Tekstslide

Feodalisme: voor- en nadelen
Voordelen:
Nadelen:
Je krijgt wapens en soldaten zonder er zelf voor te hoeven zorgen
Minder controle op de gang van zaken op de uitgedeelde landerijen: leenmannen die minder trouw de koning volgden bleven onder de radar.
De feodale band is gebaseerd op vertrouwen: leenmannen hoeven dus niet te worden betaald met geld.
De band is gebaseerd op vertrouwen: leenmannen kunnen het vertrouwen opzeggen en zich tegen de koning keren. Soms lopen ze over naar een andere koning. Die hebben dan wapens en soldaten.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Succesvol gecentraliseerde staten 
'Particularisme' 
Koninkrijk Frankrijk
Koninkrijk Engeland
Koninkrijk Portugal
Koninkrijk Spanje
Stadstaten in Italië

Steden en gewesten (provincies) in de 'Lage Landen' (Nu Ned-Be) 

Slide 36 - Tekstslide

Oplossing voor de risico's en nadelen van het feodale stelsel:
Staatsvorming (= streven naar een staat, waar 1 persoon de baas is):
- Duidelijke grenzen
- Alleen de koning heeft macht, niet de leenmannen

Centralisatie (= streven naar bestuur vanuit 1 centrale hoofdstad):
- Koning bepaalt alles zelf
- Overal dezelfde wetten
K.A. : Begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 37 - Tekstslide

Staatsvorming door centralisatie 
Koning wil zijn macht vergroten ---> centralisatie

Overal dezelfde:
- belastingen
- rechtbank
- wetten en regels





K.A. : Begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 38 - Tekstslide

Centraliseren ging niet vanzelf
Dankzij de geldeconomie (dus geen autarkische ruilhandel meer) kon de koning belasting innen om:
- Ambtenaren te betalen
- Beroepsmilitairen in te huren
- Staatsuitgaven te doen 

Dankzij rechters en ambtenaren (dankzij de universiteiten)

Dankzij krachtigere wapens
K.A. : Begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

......

......

......
Samenvatting: ....
Eindopdracht: schrijf een Cornell-samenvatting van de les waarin je de sleutelwoorden gebruikt:
timer
5:00

Slide 48 - Tekstslide