Oefenen

Welke van de onderstaande is een directe oorzaak voor WO1
A
militarisme
B
moord op Frans
C
nationalisme
D
bondgenootschappen
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke van de onderstaande is een directe oorzaak voor WO1
A
militarisme
B
moord op Frans
C
nationalisme
D
bondgenootschappen

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekend een indirecte aanleiding?

Slide 2 - Open vraag

Hoe was de stemming van de soldaten voordat zij vertrokken in WO1?

Slide 3 - Open vraag

Met welk verdrag eindigt WO1?

Slide 4 - Woordweb

Welke maatregelen worden er vastgelegd in Het Verdrag van Versailles?

Slide 5 - Open vraag

Hoe heten de twee groepen bondgenootschappen die ontstaan in WO1?

Slide 6 - Open vraag

bondgenootschappen
 (tot 1917)
Geallieerden: Frankrijk, Engeland, Rusland, Italië, Servië

Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkse Rijk (Ottomanen), Bulgarije

Neutrale landen: Nederland, Spanje, Zwitserland, Noorwegen, Zweden

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet het plan waarmee Duitsland een 'tweefrontenoorlog' wilt voorkomen?

Slide 8 - Open vraag

Von Schlieffenplan
  • Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
  • Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen, om daarna Rusland te kunnen verslaan
  • Één probleem, België is neutraal.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet de gebeurtenis in 1923 waarmee Hitler de macht probeert te grijpen?

Slide 10 - Open vraag

Wanneer is Duitsland officieel een dictatuur?

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn kenmerken van het Nationaal-Socialisme?

Slide 12 - Woordweb

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

  • De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Democratie is verkeerd; er moet één sterke leider zijn.

  • Niet denken maar doen

  • Geweld is een goede manier om je doelen te bereiken.

  • Rassenleer en antisemitisme

Slide 14 - Tekstslide

Noem 2 kenmerken van het Fascisme

Slide 15 - Open vraag

Kenmerken van fascisme

  • Democratie is verkeerd; er moet één sterke leider zijn.

  • Niet denken maar doen

  • Geweld is een goede manier om je doelen te bereiken.

  • Rassenleer en antisemitisme (nationaal socialisme)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste idee van het communisme?

Slide 17 - Open vraag

Communisme
  • Gelijkheid: geen standen meer.

  • Geen bezit: alles is van de staat

  • Iedereen verdient hetzelfde: geen verschil arm en rijk.

  • Tijdens de economische crisis erg aantrekkelijk voor veel mensen!

    De oplossing voor de problemen?

Slide 18 - Tekstslide