§4.3 Hoe functioneert een stad?

§4.3 Hoe functioneert een stad?



par. 3
H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
V5
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

§4.3 Hoe functioneert een stad?



par. 3
H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
V5

Slide 1 - Tekstslide

Waarin verschilt het spreidingsbeleid van het concentratiebeleid?

Slide 2 - Open vraag

Vinex locaties waren onderdeel van:
A
Spreidingsbeleid
B
concentratiebeleid

Slide 3 - Quizvraag

Lesdoel
  • Je begrijpt op welke manier de economie invloed heeft op stedelijke vernieuwing, met name door de kenniseconomie en de creatieve economie.
  • Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheden voordelen oplevert.
  • Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven voordelen oplevert.
  • Je kunt verschillende dimensies, actoren en schaalniveaus onderscheiden bij de analyse en beoordeling van stedelijke vraagstukken.

Slide 4 - Tekstslide

De aantrekkelijke stad
Steden proberen zich te ontwikkelen tot creatieve stad waarin de kenniseconomie een centrale rol speelt. 

Slide 5 - Tekstslide

De aantrekkelijke stad
Waarom is de stad een aantrekkelijke plek om te wonen voor jonge mensen?

  • Uitgaansleven
  • Opleiding
  • Baantjes
  • Winkelen
  • …overal Wi-Fi




Slide 6 - Tekstslide

De aantrekkelijke stad
Vanaf 1990 is de stad weer een aantrekkelijke plek voor bedrijven door agglomeratievoordelen: meer productiviteit, innovatie, creativiteit en efficiency mogelijk. 

Hoe komt dat?
  • Grote afzetmarkt
  • Veel leveranciers
  • Voldoende werknemers



Slide 7 - Tekstslide

Waarom was de stad voor de jaren '90 niet erg in trek?

Slide 8 - Open vraag

De stad als economisch centrum
Belangrijkste productiefactor huidige economie?
Kennis

  • 'Harde' technologische kennis: technische uitvindingen
  • 'Zachte' sociale kennis: kennis van het gedrag van mensen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het doel van (het idee van) de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert

Slide 10 - Quizvraag

De aantrekkelijke stad

Wanneer zijn die voordelen maximaal? 
Twee meningen:
  1. Nederland lift mee op succes van Amsterdam
  2. Zet in op samenwerking tussen steden. Expats zien NL als één grote stad

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan de slag! 
Lees paragraaf 4.3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Science parks
Kenniseconomie leunt op zakelijke dienstverlening.

Voornamelijk terug te vinden in de steden. Bijvoorbeeld in Science parks:
  • In de buurt van een universiteit

  • Moderne digitale en infrastructurele verbindingen 

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Broedplaatsen
  • Oude loodsen in verpauperde industrie- en havengebieden
  • Creatieve bedrijven: alternatieve kunst, start-ups, kleine bedrijven die nog niet goed lopen etc. 

Maakt stad aantrekkelijk, want:
  • De creatieven maken veel gebruik van stedelijke voorzieningen.
  • Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Goedkope bedrijfsruimten voor allerlei vernieuwende en artistieke bedrijven.
A
gentrificatie
B
sciencepark
C
fabriekshal
D
broedplaats

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Samenwerking in de stad
Overheid moet samenwerken om dergelijke projecten te kunnen volbrengen.
Dit doen ze in de vorm van:
  • Bestuurlijke netwerken zoals stadsgewesten
  • Regionale samenwerking
  • Publiek-private samenwerking

Slide 24 - Tekstslide

Publiek-private samenwerking
Publieke sector:
De overheid zorgt voor de belangen van iedereen in de publieke sector. Hierbinnen vallen: 
- De zorg
- Werkgelegenheid
- Woningbouw

Slide 25 - Tekstslide

Publiek-private samenwerking
Private sector:
Het werk van het bedrijfsleven noemen we private sector. Zij zijn uit op winst. 

Bij samenwerking gaat het om wederzijdse voordelen. Privaat heeft meer kennis en geld. Publiek geeft de vergunningen en houdt het algemeen belang in het oog.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat vindt je van de ontwikkelingen op Stratums Eind? Leg uit.

Slide 28 - Open vraag

Geef aan of je de publiek-private samenwerking hier in evenwicht vind. Leg uit.

Slide 29 - Open vraag

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 4
§3

Opdr. 1 t/m 6 + hoofdvraag

Slide 30 - Tekstslide