Hoe snel het molentje draait, hangt in de eerste plaats af van de stroomsterkte, dus van de hoeveelheid lucht die in één seconde de ballon uitstroomt. Als je het tuitje van de ballon verder opent, stroomt er in een seconde meer lucht uit de ballon. Dan neemt de snelheid van het molentje toe.
De snelheid waarmee het molentje gaat draaien, hangt ook af van de spanning, dus van hoe hard de ballon is opgeblazen. Is de ballon hard opgeblazen, dan wordt de lucht met kracht uit de ballon geperst, waardoor het molentje snel gaat draaien.