16.Executieve functies.3

• SPO
• Middelbare school
• Beroepsopleiding
• Leerjaar 4

14.Executieve functies.3

Welkom 

Even checken! 

Wat gaan we doen? 

Executieve functies vervolg

Opdracht 3! 

Pauze

Presentaties

Doelen

Ik leer het verband tussen een ontwikkelingsstoornis en zwakke executieve functies. 

Executieve functies 

Wat zijn executieve functies? 

Executieve functie

De regel- en aansturingsfunctie in de hersenen. Deze functies zorgen voor vaardigheden en eigenschappen die te maken hebben met het sturen van gedrag. 

Doe functie van de hersenen. 

Pervasieve ontwikkelingsstoornissen:

1. de ontwikkeling van het kind is op meerdere ontwikkelingsgebieden verstoord.
2. de ontwikkeling van het kind is op één specifiek ontwikkelingsgebied verstoord.
3. de ontwikkeling van het kind loopt op ieder ontwikkelingsgebied soepel.

Ontwikkelingsproblemen en EF

Hoe zie je dat iemand zwakke executieve functies heeft? 

Signaleren

• Chaotisch
• Waar is de logische structuur? 
• Afgeleid
• Eerst doen en dan... 
• Moeite met starten
• Afspraken vergeten.
• Luisteren en aankijken
• Herkennen en uiten van emoties. 

Kijk naar het kind! 

Je ziet signalen en dan.. ?? 

Kijk naar het kind! 

Kijk naar het kind en de ontwikkeling. Het hoeft niet altijd zwakke executieve functies te zijn. 

Gevolgen

Het kind laat signalen zien van zwakke executieve functies. 

Wat zal het gevolg zijn? 

Gevolgen

Een kind heeft zwakke executieve functies. 

Wat is het gevolg?

• Omgang met anderen
• Verwachtingen --- zelfbeeld
• Werkhouding

Lijkt op: lui ongemotiveerd. 

ASS

Wat zijn de signalen van ASS?

Weet je nog?  

10.4 Ontwikkelingsstoornissen

Kenmerken:

• Onhandigheid in sociale situaties
  
• Begrijpt en gebruikt weinig non-verbale signalen
  
• Niet of nauwelijks leren van sociale ervaringen
  
• Angst voor veranderingen en hierdoor zich koppig en driftig uiten
  
• Fanatiek vasthouden aan bepaalde routines
  
• Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
  
• Trage taalontwikkeling of ouwelijk taalgebruik
  
• Letterlijk nemen van de taal
  
• Onhandige en stijve motoriek
  

10.4 Ontwikkelingsstoornissen

Moeite met:

• Vriendschappen
  
• Recht in de ogen aan kijken
  
• Emoties uiten
  
• Begrijpen van non-verbale communicatie
  
• Begrijpen van sociale regels
  
• Overgevoeligheid voor prikkels
  
• Fascinatie voor specifieke prikkels
  
• Gebrek aan inlevingsvermogen (empathie)
  
• Monotone stem en weinig mimiek
  
• Motorisch onhandig
  

 

Respons Inhibitie 

Hoe te stimuleren? 

Opdracht 3 

Even wat duidelijkheid! :) 

Vragen? Stel ze gerust! 

Presentaties?