3.2 - Van warm naar koud

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom!

- Je jas is uit.

- Je boeken liggen op tafel.

- Je iPad zit in je tas.

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- Uitleggen hoe de ligging van de aardbol invloed heeft op de temperatuur.

- Uitleggen hoe het kan dat het in de bergen kouder is dan in het dal.

- Ik kan uitleggen hoe dag en nacht en de seizoenen ontstaan.

Planning

- Samen lezen.

- (Aan)tekening maken.

- Uitleg 3.2

- Nakijken 3.1

- Opdrachten maken

Ga naar blz. 108

Ga naar paragraaf 3.2 van warm naar koud

Poolklimaat

Tropisch klimaat

Landklimaat

gematigd klimaat

Woestijnklimaat

Temperatuurverschillen op aarde

• Bij de evenaar vallen de zonnestralen recht op aarde (warm)
• Bij de polen vallen de zonnestralen schuin op aarde, zij moeten een groter gebied verwarmen (koud)

Hoe hoger hoe kouder

(Aan)tekening

Nakijken! Ga naar 3.1.

Aan de slag!

Wat? §3.2 opdrachten 2,4,5,6.

Hoe? je werkt de eerste 5 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen met je buur.

Hulp? Je buur en eventueel de atlas.

Vragen? Steek je vinger op, ik kom vanzelf bij je. Werk in de tussentijd verder aan een andere opdracht. 

Klaar? Maak begrippenkaartjes van paragraaf 3.1 en 3.2.