Straling start
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het massagetal van een atoom?
A
Aantal protonen en elektronen in de kern
B
Aantal protonen en neutronen in de kern
C
Aantal neutronen in de kern
D
Aantal protonen in de kern
Slide 2 - Quizvraag
Stikstof - 14, wat is de 14?
A
Het massagetal
B
Het atoomnummer
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel protonen heeft
dit element en wat is het atoomnummer?
dit element en wat is het atoomnummer?
A
7 protonen en atoomnummer is 14
B
7 protonen en atoomnummer is 7
C
14 protonen en atoomnummer is 14
D
14 protonen en atoomnummer is 7
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat is waar voor alle isotopen van een element?
A
Hetzelfde aantal protonen in de kern
B
Hetzelfde aantal neutronen in de kern
C
Hetzelfde massagetal
D
Hetzelfde atoomnummer
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn een isotopen van het element stikstof (N)
A
Zuurstof - 16 en
Stikstof - 15
B
Stikstof - 15 en
Stikstof - 16
C
Koolstof - 14 en Koolstof - 15
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is gevaarlijke straling
A
Ioniserende straling
B
Niet-ioniserende straling
Slide 11 - Quizvraag
Je eet een radioactief Uranium atoom. Wat is dit?
A
Besmetting
B
Bestraling
Slide 12 - Quizvraag
Je loopt langs een radioactief Uranium atoom. Wat is dit?
A
Besmetting
B
Bestraling
Slide 13 - Quizvraag
Bonus vraag!
Hoe heet het apparaat waarmee je straling kan meten?
Hoe heet het apparaat waarmee je straling kan meten?
A
Thermometer
B
Liniaal
C
Geiger-Muller teller
D
Rontgen-apparaat
