Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lezen: verbanden en signaalwoorden
Verbanden en signaalwoorden
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
100 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Pak je boek en bekijk de theorie op blz. 40
Pak je boek en ga rustig 10 minuten lezen.
Slide 2 - Tekstslide
H2: Lezen
Vandaag gaan we het hebben over de meest voorkomende tekstverbanden en signaalwoorden.
Slide 3 - Tekstslide
Doel van deze les
Aan het einde van deze les kan je met behulp van signaalwoorden verbanden in een tekst herkennen en begrijpen.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Signaalwoorden helpen je om verbanden in een tekst te herkennen. Als je het verband ziet, begrijp je een tekst beter.
Slide 5 - Tekstslide
Opsomming of tijd
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens, voordat, nadat, vroeger,
Slide 6 - Tekstslide
Tegenstelling
Zo, maar, echter, evenals, in vergelijking met, daarentegen, soortgelijk(e)
Slide 7 - Tekstslide
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, daardoor, waardoor, te danken aan, het gevolg is...
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 9 - Tekstslide
Vergelijking
Net zo...als, even...als, in vergelijking met, meer/groter dan
Slide 10 - Tekstslide
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van, met behulp van...
Slide 11 - Tekstslide
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 12 - Tekstslide
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat, concluderend, dat betekent
Slide 13 - Tekstslide
Van welke soort woorden maakt een schrijver gebruik om aan te kondigen dat er een tekstverband komt?
A
stopwoorden
B
signaalwoorden
C
verkeerswoorden
D
kernwoorden
Slide 14 - Quizvraag
Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.
Zoals is het signaalwoord voor ...
A
Opsomming
B
Voorbeeld
Slide 15 - Quizvraag
Ik fiets snel naar huis, daardoor kom ik op tijd op de training.
daardoor is het signaalwoord voor ...
A
Mening
B
Voorbeeld
C
Opsomming
D
oorzaak-gevolg
Slide 16 - Quizvraag
Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.
Toen is het signaalwoord voor ....
A
Mening
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld
Slide 17 - Quizvraag
Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.
Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Mening
C
Voorbeeld
D
Tijdsvolgorde (chronologie)
Slide 18 - Quizvraag
Ik vind, volgens mij en mijns inziens zijn signaalwoorden voor een ....
A
Voorbeeld
B
Conclusie
C
Mening
D
Opsomming
Slide 19 - Quizvraag
Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 20 - Quizvraag
Aan welk signaalwoord kun je een opsomming of volgorde herkennen?
Slide 21 - Open vraag
Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = conclusie
Slide 22 - Quizvraag
Veel meiden willen naar het optreden van Pink, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = voorwaarde
Slide 23 - Quizvraag
Opdracht 1
: lees de tekst en beantwoord daarna vragen
Slide 24 - Tekstslide
Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen
Slide 25 - Quizvraag
Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie
Slide 26 - Quizvraag
Opdracht 2
: lees de tekst en beantwoord daarna vragen
Slide 27 - Tekstslide
Welk rood signaalwoord in de tekst wijst op een tegenstelling?
Slide 28 - Open vraag
Opdracht 4
Slide 29 - Tekstslide
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 30 - Sleepvraag
Opdracht 5
Slide 31 - Tekstslide
“Wanneer het volle maan is
en de maan het dichtst bij
de aarde staat ...” Van welk
tekstverband is hier sprake?
A
volgorde in tijd
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming
Slide 32 - Quizvraag
Einde les!
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Tekstverbanden en signaalwoorden
Januari 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
DA Tekstverbanden en signaalwoorden vmbo klas 3 en 4
Februari 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
4T tekstverbanden en signaalwoorden
Oktober 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Tekstverbanden en signaalwoorden GDL
Mei 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
DA Tekstverbanden en signaalwoorden vmbo klas 3 en 4
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
DA Tekstverbanden en signaalwoorden vmbo klas 3 en 4
September 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
4D 4E verbanden & signaalwoorden
November 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Tekstverbanden en signaalwoorden
September 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2