2V 1 P4 Absolutisme

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt het begrip ‘absolutisme’ omschrijven. (R)
• Je kunt uitleggen wat het absolutisme is en je kan een voorbeeld van een absolute vorst noemen. (R)
• Je kunt uitleggen met welk argument Lodewijk XIV zijn absolute macht legitimeerde. (T2)

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent volgens jou 'absolute macht?"

Slide 4 - Woordweb

Absolutisme in de 17e eeuw: 
  • een manier van regeren waarbij de vorst alle macht in handen heeft.
  • Legitimering van deze macht: God heeft hem die macht gegeven (= Droit Divin)
Hoe: Trouwe edelen werden beloond met speciale taken en mooie baantjes = voorrechten (= privileges)
  • Regering en ambtenaren moeten precies doen wat de koning zegt
  • Het gewone volk heeft geen inspraak/invloed


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werd Frankrijk een absoluut land? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Standensamenleving
Frankrijk = een standensamenleving (sociaal verschil komt door de stand waarin je bent geboren)
 

Eerste stand: de geestelijkheid heeft privileges & betalen geen belasting.
Tweede stand: De adel heeft privileges & betalen geen belasting.
Derde stand: burgers & boeren = grootste groep & betalen de belastingen



Slide 10 - Tekstslide

Welke personen horen bij de derde stand? Noteer de letter(s).
A. Jean-Paul: Priester in Calais
B. Pierre: Een boer in de buurt van Bordeaux
C. Maxime: Succesvol handelaar in Parijs
D. Franc dur Rouge: Slager in Parijs
E. Sara de bourbon: Barones van Orange
F. Jean-Marc: Monnik in Macon
G. Jean: Timmerman in Normandië
H. Marise Chardonay: Dochter van een hertog

Slide 11 - Tekstslide

Frankrijk = een standensamenleving (sociaal verschil komt door de stand waarin je bent geboren) 

Eerste stand: de geestelijkheid heeft  privileges & betalen geen belasting.
 
Tweede stand: De adel heeft privileges & betalen geen belasting. 

Derde stand: burgers & boeren  = grootste groep & betalen de belastingen

Slide 12 - Tekstslide

absolutisme 

Slide 13 - Tekstslide

Landbouw-stedelijke samenleving 
= soort samenleving waarbij je steden en landbouw hebt.
Ongeveer 75-85% van alle mensen woont op het platteland
Steden zorgen voor productie van luxegoederen en handel

Slide 14 - Tekstslide

Koning versus Adel
De Adel = landbezitters
Landbouw = belangrijkste vorm van inkomsten in deze samenleving 

De Franse koning van de 17e eeuw is de politieke baas over de adel
De Franse koning moet wel opletten: de adel wil zoveel mogelijk zelf politieke macht hebben

Slide 15 - Tekstslide

Lodewijk XIV 

Wordt volwassen en wordt de koning.
Hij Is de baas over een land met:
Protestanten en katholieken (verschillende geloven)
Machtige Adel die al een keer in opstand zijn gekomen
Machtige kerk met heel veel invloed
Wat te doen? 

Slide 16 - Tekstslide

Lodewijk en Adel
Lodewijk vertrouwde de Edelen niet omdat zij meerdere malen probeerden hun eigen privileges terug te krijgen door de macht van zijn moeder af te pakken. 

Dus hij wil de macht van de adel beperken.
Gelukkig regeert hij land. Heel lang. 
Zo lang dat hij meer dan één generatie edelen overleeft.. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

absolutisme 

Slide 37 - Tekstslide

Leg per onderdeel uit waarom het past bij absolutisme

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Engeland
Al vanaf Middeleeuwen heeft Engeland een parlement (volksvertegenwoordiging)

17e eeuw: 
Engelse koning Karel I probeerde de macht te grijpen en Parlement weg te sturen. 
Gevolg: burgeroorlog en executie Karel I.
Engeland krijgt vanaf 1688 zelfs een eigen grondwet (= eerste Europese constitutionele monarchie)

Slide 41 - Tekstslide

Republiek 
Engeland
Frankrijk

Wij zijn sinds 1688 de eerste constitutionele monarchie ter wereld, dat wil zeggen dat er een grondwet is waar ook de koning zich aan moet houden
Wij gebben geen centraal bestuur, iedere provincie bestuurt zichzelf. Grote beslissingen over handel en oorlogvoering worden wel gezamenlijk genomen
Wij hebben een absoluut heerser, de koning bepaalt alles
Andere landen zijn jaloers op ons rijke landje. Er gaan geruchten dat ons land wordt aangevallen door meerdere landen tegelijk. Ons leger is machtig op zee, maar op land zijn wij erg zwak.
Onze koning verspilt veel van ons geld aan oorlog, feesten en jagen. Als hij geld nodig heft, verhoogt hij gewoon de belastingen voor het volk.
Wij zijn katholiek. Veel protestanten ontvluchten ons land, omdat ze ergens anders hun geloof wel kunnen uitoefenen..
Wij zijn het rijkste land van Europa, dankzij onze handelsvloot en het bezit van Indië bloeit onze handel
Bij ons wordt niemand vervolgd vanwege zijn godsdienst. Toch hebben de protestanten in ons land meer rechten.

Slide 42 - Sleepvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide


Slide 45 - Open vraag

In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakte een einde aan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trok koning Lodewijk XIV (1638-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst in zijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchtten toen naar de Nederlandse Republiek.
4p Noem twee redenen waarom veel Franse protestanten juist naar de Republiek vluchtten en leg uit dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij het absolutisme van veel vorsten in de zeventiende eeuw

Slide 46 - Open vraag

In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakte een einde aan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trok koning Lodewijk XIV (1638-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst in zijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchtten toen naar de Nederlandse Republiek.
4p Noem twee redenen waarom veel Franse protestanten juist naar de Republiek vluchtten en leg uit dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij het absolutisme van veel vorsten in de zeventiende eeuw

Vier punten: twee voor twee redenen; eentje voor uitleg absolutisme en eentje voor relatie absolutisme en maatregel.
Twee redenen waarom Franse protestanten naar de Republiek vluchtten:
1 in de Republiek was relatieve godsdienstvrijheid / werden protestanten niet vervolgd.
2 in de Republiek was welvaart, waardoor er werk was voor de gevluchte protestanten.
Dit beleid paste bij de het absolutisme, want dan neemt de absoluut vorst in zijn eentje alle besluiten, zoals hier waar Lodewijk XIV alleen besluit het Edict van Nantes in te trekkem

Slide 47 - Tekstslide

Leerdoelen
Kenmerkende aspecten herkennen: 
  • Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
  • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
  • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.  (ten opzichte van andere landen in Europa)
Voor de les:
Kan je uitleggen waarom de Republiek in politiek opzicht bijzonder was 

Na de les
Kan je uitleggen hoe andere landen politiek werden bestuurd en
Kan je uitleggen wat absolutisme is.



Slide 48 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten

TV 6 (1600-1700) 
  • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
  • Het streven van vorsten naar absolute macht.





Slide 49 - Tekstslide