Oefentoets Unit 3

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets
Unit 3

Slide 2 - Tekstslide


Vocabulary
Vocabulary

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal in het Nederlands

Going near a lion is very dangerous

Slide 4 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands

You have to uitkijken when you cross the street.

Slide 5 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands

I get nervous when I look at you pacing the room.

Slide 6 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands

You have voelen the warm water of the sea. 

Slide 7 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands

Let's keep up the tradition

Slide 8 - Open vraag

Fill in the gap
You have _______ the animals, otherwise they will starve.
We always _______ our grandparents in the weekend.
I am a ______ in an airplane. 
Don't forget _______ your bathing suit to the swimming pool.
to wear
passenger
visit
to feed

Slide 9 - Sleepvraag

GRAMMAR: do & does
GRAMMAR

Slide 10 - Tekstslide

______Maggy like cats?
A
Do
B
Does

Slide 11 - Quizvraag

_______ the lion bite?
A
Do
B
Does

Slide 12 - Quizvraag

_____ you eat dinner at 6 p.m.?
A
Do
B
Does

Slide 13 - Quizvraag

_____Brutus eat meat?
A
Do
B
Does

Slide 14 - Quizvraag

____ we leave tomorrow?
A
Do
B
Does

Slide 15 - Quizvraag


_____ Rayane eat meat?
A
Do
B
Does

Slide 16 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend:
I do like to play outside

Slide 17 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
She does like cats

Slide 18 - Open vraag

Maak de zin vragend:
I do like to play outside

Slide 19 - Open vraag

Maak de zin vragend:
He does have a dog

Slide 20 - Open vraag

GRAMMAR: this, these, that, those
GRAMMAR

Slide 21 - Tekstslide

Look at _____ people over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 22 - Quizvraag

I like to look at ____ painting on the wall.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 23 - Quizvraag

I like ____ car, it's a Mercedes.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 24 - Quizvraag

_____ plants are not expensive at all!
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 25 - Quizvraag

GRAMMAR: present simple
GRAMMAR

Slide 26 - Tekstslide

paint
plays
eats
talk
Sleeps
I, You, We, You, they
He, she, it
Walk

Slide 27 - Sleepvraag

GRAMMAR: meervoud
GRAMMAR

Slide 28 - Tekstslide

Meervoud
1 phone ---> 2 phones

Je kunt een meervoud maken door een S achter het woord te zetten.

Let op: bij meervoud nooit 's!!!!

Slide 29 - Tekstslide

Meervoud 
- Let op! Als het woord eindigt op medeklinker + 'y' -> 'ies' 
                                                                                                       'f' -> 'ves'
Bijvoorbeeld: 
Lady - Ladies
Scarf - Scarves
- Let op! als het woord op een klinker (a, e, i, o, u) + 'y' eindigt ->
dan +s 
voorbeeld: boy - boys

Slide 30 - Tekstslide

Meervoud 
Eindigt het woord op een 'o'? ->+es
voorbeeld: one tomato- five tomatoes

Eindigt het woord op een sisklank (s/ss/sh/ch/z/x)? -> +es      voorbeeld: one dish - three dishes

Slide 31 - Tekstslide

Maak meervoud:
car

Slide 32 - Open vraag

Maak meervoud:
house

Slide 33 - Open vraag

Maak meervoud:
table

Slide 34 - Open vraag

Maak meervoud:
box

Slide 35 - Open vraag

Maak meervoud:
butterfly

Slide 36 - Open vraag

Maak meervoud:
wolf

Slide 37 - Open vraag

Maak meervoud:
tomato

Slide 38 - Open vraag

I am ready for the test.
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll