H4: revisie grammatica + grammatica hoofdstuk 5 D

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Chapitre 3: H + Chapitre 5: D + E

Programme

1. Les objectifs d'apprentissage 

2. La révision

3. Chapitre 5: D

4. Chapitre 5: E

5. La voiture et moi

1. Les objectifs d'apprentissage

Après ce cours:

1. Ken je de woorden van A, B, C (chapitre 5)

2. Kan je een zin eenvoudiger maken door gebruik te maken van le, la, l' of les

3. Begrijp je het delend lidwoord

4. Kan je de belangrijkste informatie uit een film begrijpen.

2. La révision

Neem 10 minuten om de woorden van A, B, C door te nemen. Probeer er zoveel mogelijk te onthouden!

--> Klassikale overhoring.

2. La révision

Het lijdend voorwerp kan als lidwoord voorkomen in het Frans.

1. Hoe vind je het lijdend voorwerk in een Franse zin?

P.e. Chloé parle avec Julien.

S-V-O

2. La révision

Het lijdend voorwerp kan als lidwoord voorkomen in het Frans.

1. Hoe vind je het lijdend voorwerk in een Franse zin?

P.e. Chloé parle avec Julien.

S-V-O

2. La révision

	EV	Klinker/h	MV
M	le	l'	les
V	la	l'	les

2. La révision

Waar staat het lidwoord? ALTIJD voor het eerste werkwoord (PV)!

1. Je mange le sandwich.

2. J'ai mangé le sandwich.

3. Chapitre 5: D

Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het Frans het delend lidwoord.

! Na een hoeveelheidswoord gebruik je 'de'

3. Chapitre 5: D

	EV	MV
M	du	des
V	de la	des
H/klinker	de l'	des

3. Chapitre 5: D

Oftewel:

Le --> du

La --> de la

L' --> de l'

Les --> des

3. Chapitre 5: D

Na aimer, adorer, préférer ALTIJD het lidwoord!

Dus ook als je het niet hoort in de vertaling!

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.

le

Je mange ... croissants.

Elle boit ... eau minérale.

Ils achètent ... pain.

Elle n'a pas ... chips.

On a peu ... argent

J'adore ... lait.

du

d'

de

des

de l'

bepaald lidwoord

onbepaald lidwoord

delend lidwoord

une

le

de la

des 

les

Grammaire: Delend lidwoord

Je voudrais		pommes, s'il vous plaît.
Je voudrais 500 grammes		oranges, s'il vous plaît.
Je voudrais un kilo		pommes sucrées.
Je prends		légumes.
Je voudrais encore		fromage.
J'aimerais		viande.

de

d'

du

de la

de l'

des

des

3. Chapitre 5: D

Nu, maak opdracht 15A, 15B, 15C, 16A, 16D

Klassikale bespreking.