Kapitel 3 Zürich VMBO B/K Stunde 7 Klasse 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Trappen van vergelijking

In welke zin staat een goed (Nederlands) voorbeeld van de trappen van vergelijking.

1. Mijn vader is de directeur.
2. Mijn zusje is kleiner dan ik.
3. Ik ben in Berlijn geweest.
4. Mijn broer is boos.

de trappen van vergelijking: lieb

1. lieb - lieber - liebsten
2. lieb - lieber - am liebsten
3. lieb - lieber - liebest

trappen van vergelijking: weit

1. weit - weiter - weitesten
2. weit - weiter - weitsten
3. weit - weiter - am weitesten

Welke trappen van vergelijking zijn juist?

1. alt, älter, ältest
2. alt, alter, altest
3. alt, älter, ältst
4. alt, alter, altst

Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking:

1. kalt - kälter - am kältesten
2. kalt - kalter - am kaltesten
3. kalt - kälter - am kälteste
4. kalt - kälter - am kaltesten

Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking:

1. viel - vieler - am meisten
2. viel - mehr - am meisten
3. viel - mehr - am meiste
4. viel - mehr - am meist

Vul de vergrotende en overtreffende trap in voor het woordje "billig"

1. billiger - am billigste
2. billiger - am billigisten
3. billige - am billigste
4. billige - am billigsten

maak de trappen van vergelijking van:
klein

maak de trappen van vergelijking van:
schön

maak de trappen van vergelijking van:
alt

maak de trappen van vergelijking van:
groß

maak de trappen van vergelijking van:
neu

maak de trappen van vergelijking van:
dünn

maak de trappen van vergelijking van:
gern

maak de trappen van vergelijking van:
viel

maak de trappen van vergelijking van:
schnell

Wanneer krijgt de overtreffende trap en extra -e?

1. bij alle bijvoeglijk naamwoorden
2. bijvoeglijk naamwoord eindigt op: -d,-t
3. bijvoeglijk naamwoord eindigt op: -d/-t ,s-klank
4. bijvoeglijk naamwoord eindigt op: -n/-m

Ik vind dit onderdeel

1. makkelijk
2. moeilijk
3. het gaat
4. ik snap er nog helemaal niets van