Oefen SO - H4 - Par. 1 t/m 3

Oefen SO - H4 - Par. 1 t/m 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefen SO - H4 - Par. 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet dit hoofdstuk?
A
Armoede en rijk
B
Arm & rijk
C
Welvaart en Welzijn
D
Ongelijkheid

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Nederland is een...
A
Lage inkomensland
B
Midden inkomensland
C
Hoog inkomensland

Slide 4 - Quizvraag

In Nederland (hoge inkomensland) werken de meeste mensen in de ...
A
Primaire (landbouw) sector
B
Secundaire (industrie) sector
C
Tertiaire (diensten) sector

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel verdient iemand die onder de armoedegrens leeft per dag?
A
1,60 euro
B
1,70 euro
C
1.80 euro
D
1.90 euro

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de vier basisbehoeften?

Slide 7 - Open vraag

Welvaart betekent...
A
Rijkdom van een land.
B
Rijkdom of armdom van een land.
C
Rijkdom van een land gemeten in geld.
D
Rijkdom van een land gemeten in levensomstandigheden

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf de berekening van welvaart op.

Slide 9 - Open vraag

Maak een hoe/hoe verband tussen de woorden welvaart en landbouwsector.

Slide 10 - Open vraag

Wat hoort bij welke locatie?
Hoge inkomenslanden
Lage inkomenslanden
Midden inkomenslanden
Lage lonen
Hoop opleidingsniveau
Veel fabrieken
Veel werkenden in de dienstensector
Hoge inkomens
Veel mensen leven onder de armoedegrens.
Geen/weinig basisbehoeften
Opkomende landen

Slide 11 - Sleepvraag

Welzijn betekent...
A
Rijkdom gemeten in levensomstandigheden
B
Armoede meten met BBP.
C
Rijkdom gemeten in geld.
D
Rijkdom meten met de basisbehoeften.

Slide 12 - Quizvraag

Waarmee kan ik de welzijn NIET meten?
A
Alfabetiseringsgraad (scholing)
B
Levensverwachting (gezondheid)
C
Hoe mensen leven van hun inkomen
D
Het BBP per hoofd

Slide 13 - Quizvraag

Welke twee antwoorden horen bij de informele sector?
A
Niet officiële/echte werkzaamheden
B
Bouwvakkers
C
Leraar
D
Schoenenpoetsers

Slide 14 - Quizvraag

Een analfabeet is iemand die:
A
Kan lezen en schrijven
B
Niet kan lezen
C
Het alphabet niet kan opnoemen
D
Niet kan lezen en schrijven

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent het begrip: Sociale ongelijkheid

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent het begrip: Regionale ongelijkheid

Slide 17 - Open vraag

Op de foto is sprake van...
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid

Slide 18 - Quizvraag

Op de foto is sprake van...
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid

Slide 19 - Quizvraag

Formele sector
Informele sector

Slide 20 - Sleepvraag

Reflectie: Ik vond de oefentoets...
Moeilijk
Gewoon
Goed te doen
Erg makkelijk

Slide 21 - Poll