Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lez 4.3 Betoog en 4.4 Beschouwing
Lezen Hoofdstuk 4
4.1 Feit, mening, argument
4.2 argumenten beoordelen
4.3 Betoog
4.4 Beschouwing
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lezen Hoofdstuk 4
4.1 Feit, mening, argument
4.2 argumenten beoordelen
4.3 Betoog
4.4 Beschouwing
Slide 1 - Tekstslide
De Europese Unie moet troepen naar Oekraïne sturen.
A
Dit is een feit
B
Dit is een argument
C
Dit is een mening
Slide 2 - Quizvraag
Een online les is niet zo effectief als een fysieke les omdat er minder contact tussen student en docent is.
A
Dit is een feit
B
Dit is een argument
C
Dit is een mening
Slide 3 - Quizvraag
Betoog
(tekstdoel
:
overtuigen van de lezer
inhoud
:
mening
/ standpunt van de schrijver
en argumenten
kenmerk
:
subjectief
(
duidelijke mening van de schrijver)
Slide 4 - Tekstslide
Beschouwing
tekstdoel:
lezer aan het denken zetten / eigen mening laten vormen (opiniëren)
inhoud:
feiten en verschillende meningen
meerdere gezichtspunten/
voor- en nadelen
kenmerk:
neutraal
(
geen duidelijke mening van de schrijver
)
Slide 5 - Tekstslide
Welke tekstsoort zul je waarschijnlijk tegenkomen onder het kopje 'Nieuws en Achtergond'?
Slide 6 - Tekstslide
Welke tekstsoort zul je waarschijnlijk tegenkomen onder het kopje 'Column en Opinie'?
Slide 7 - Tekstslide
Waarom bodybuilding een gezonde sport is voor iedereen
Bodybuilding: de voor- en de nadelen
Betoog
Beschouwing
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is het doel van een beschouwing?
A
overtuigen
B
overhalen
C
informeren
D
amuseren
Slide 9 - Quizvraag
Een betoog is..
A
subjectief
B
objectief
Slide 10 - Quizvraag
Wat ga je vinden in de kern van een beschouwing?
A
meningen
B
feiten
C
mening van de schrijver
D
drogredenen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 12 - Quizvraag
Zelfstandig aan de slag
Paragraaf 4.3: oefening 2 en examenopdracht
Paragraaf 4.4: oefening 2 en examenopdracht
Tijd: 35 minuten
Slide 13 - Tekstslide
Drogredenen:
Generalisatie
Verkeerde vergelijking
Onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
Onjuist beroep op autoriteit
Cirkelredenering
Slide 14 - Tekstslide
De juf moet meteen de chat beantwoorden vind ik, want ik stuur ook gewoon een bericht op zondag.
A
Generalisatie
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
D
Cirkelredenering
Slide 15 - Quizvraag
Sinds mijn orthodontist geen mondkapje meer draagt is het aantal coronadoden gedaald, dus je kan beter geen mondkapje dragen.
Mijn orthodontist zegt dat het helemaal niet uitmaakt of je een mondkapje draagt, het helpt toch niets.
Onjuist beroep op autoriteit
Onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
Slide 16 - Sleepvraag
Ze is heel erg verliefd op mij, want ze is niet verliefd op mijn buurman.
A
Dit is een cirkelredenering
B
Dit is geen cirkelredenering
Slide 17 - Quizvraag
Vals dilemma
Je doet alsof er maar
2 keuzes mogelijk zijn,
terwijl dat in werkelijkheid
niet zo is.
Slide 18 - Tekstslide
Persoonlijke aanval
Iemand persoonlijk belachelijk maken, terwijl je geen goed argument hebt.
Voorbeeld: "Wat weet iemand die dit soort schoenen draagt nou van vrouwen versieren?"
Slide 19 - Tekstslide
Gevoel bespelen van het publiek
Beroep doen op het gevoel van het publiek, in plaats van een argument te geven.
Voorbeeld: "Bananen eten is een slecht idee, want we weten toch allemaal hoe stom iemand eruitziet die een banaan eet!?"
Slide 20 - Tekstslide
Vertekenen van het standpunt
Ook wel genoemd: woorden in de mond leggen.
Voorbeeld: "Ik sta nog 20 cm van de stoep af zeg je? Jij bent vast zo'n man die vindt zeker dat alle vrouwen niet kunnen parkeren!"
Slide 21 - Tekstslide
"Jullie zijn natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen."
A
Dit is een vertekenen van het standpunt
B
Dit is een persoonlijke aanval
C
Dit is het gevoel van het publiek bespelen
D
Dit is een generalisatie
Slide 22 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een persoonlijke aanval:
Slide 23 - Open vraag
Het coronavirus is niet veroorzaakt door een vleermuis, dus het moet wel van aliens afkomstig zijn.
Tim zei dat aliens niet bestaan. Hij gelooft zeker alleen maar in God.
Vals dilemma
Vertekenen van het standpunt
Slide 24 - Sleepvraag
Hoe vond je deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 25 - Poll
Meer lessen zoals deze
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
November 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
Juni 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lezen 4: Betoog en Beschouwing Klas42
December 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
November 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
Juni 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Periode 8: Drogredenen
Mei 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lez 4.4 Beschouwing
Juni 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Schrijven 2.6 Betoog en 2.7 Beschouwing
Maart 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1