In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 7 - Spelling
1.Herhaling - startopdracht
2. Lesdoel
3. Instructie: aan elkaar of los
4. Samen oefenen
5. Online opdrachten maken
6. Evaluatie & afsluiting
Slide 4 - Tekstslide
Tekst
Startopdracht
Herschrijf de volgende zinnen met de juiste afkortingen.
Ik heb een afspraak in verband met mijn toets over hoofdstuk 2.
De trein van de Nederlandse Spoorwegen rijdt 10 kilometer per uur.
Ik moet het werkstuk zo spoedig mogelijk inleveren bij de leraar.
Een kilogram bananen kost 3 euro, inclusief belasting over de toegevoegde waarde.
Schrijf een kort WhatsApp-bericht of e-mail van 4-5 zinnen waarin je ten minste 5 afkortingen gebruikt. Bijvoorbeeld over school, boodschappen doen of een afspraak maken.
A.
B.
timer
7:00
Slide 5 - Tekstslide
Tekst
Startopdracht
Ik heb een afspraak i.v.m. mijn toets over hfdst. 2.
De trein van de NS rijdt 10 km/u.
Ik moet het werkstuk z.s.m. inleveren bij de leraar.
Een kg bananen kost €3, incl. btw.
Schrijf een kort WhatsApp-bericht of e-mail van 4-5 zinnen waarin je ten minste 5 afkortingen gebruikt. Bijvoorbeeld over school, boodschappen doen of een afspraak maken.
A.
B.
timer
7:00
Slide 6 - Tekstslide
Startopdracht
-Tussenletters-
Noteer de samenstelling die je van de afbeeldingen kunt maken. Gebruik tussenletters als dat nodig is.
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
Je kan bepalen of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Lesdoel
Slide 8 - Tekstslide
Samenstellingen worden in het Nederlands aan elkaar geschreven: deurbel, broodmes.Ze hebben één klemtoon:
tennisracket, trainingsbroek.
Maar let op bij twee klemtonen: professioneel racket, goedkope broek.
Aan elkaar of los?
Slide 9 - Tekstslide
Samenstellingen van drie woorden of minder (banketstaaf, bruinebonensoep).
Veel samengestelde werkwoorden: autorijden, koffiedrinken, losmaken.