Grammatica WS: bijv nw

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoorden herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord hoort er niet bij?
A
telefoon
B
app
C
oranje
D
Rotterdam

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
op
B
naast
C
want
D
tijdens

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
knagen
B
bijten
C
blaffen
D
dieren

Slide 5 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Je leest éérst de theorie van Cursus 5, par. 4., opdr. 1 t/m 3.
  • opdr. 8 & 9 (bij opdr. 3 < 65%)
  • opdr. 6 & 7 (bij opdr. 3 > 65%)


Ben je klaar?
1. Verder lezen in je leesboek.
2. Huiswerk ander vak maken.

Tijdens de instructie ben je stil.
Na de instructie mag je vragen stellen.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
  • Zegt iets over het zelfstandige naamwoord.
    Kleur, materiaal, eigenschap, enzovoort.

  • Staat er direct voor en soms achter een zelfstandig naamwoord;
    Een paarse krokodil – De krokodil is paars.

  • Heeft een lange én een korte vorm.
    Het ticket is goedkoop – het goedkope ticket


  • Krijgt bij stoffen en materialen soms '-en' erachter;
    Het stalen kettingslot – de katoenen sok

  • En soms niet: plastic, aluminium, bamboe..

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
  • Het kan zelfstandig gebruikt worden.
  • Ik wil een blauwe, geen groene.

  • Heeft vaak trappen van vergelijking.
    Deze is laag, die is lager en die het laagst.

  • Zijn soms afgeleid van een werkwoord.
    Blaffende honden bijten niet.

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak Cursus 5, par. 4, opdr. 1 t/m 3.
  • opdr. 8 & 9 (bij opdr. 3 < 65%)
  • opdr. 6 & 7 (bij opdr. 3 > 65%)
 

Ben je klaar?
1. Verder lezen in je leesboek.
2. Huiswerk ander vak maken.
3. Leren toets ander vak.

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen: behaald?
- Kun je het bijvoeglijk naamwoord
 al goed herkennen?

- Met welk woordsoort/welke woordsoorten wil je nog oefenen?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide