TaalCompleet 5.1
1 / 24
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
maak een goed woord van de letters:
b k ui
b k ui
Slide 3 - Open vraag
maak een goed woord van de letters:
b l i
b l i
Slide 4 - Open vraag
maak een goed woord van de letters:
t n ee
t n ee
Slide 5 - Open vraag
maak een goed woord van de letters:
k ie n
k ie n
Slide 6 - Open vraag
maak een goed woord van de letters:
l m i c aa h
l m i c aa h
Slide 7 - Open vraag
Een mens heeft één arm.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een mens heeft vijf vingers.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een mens heeft één hoofd
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een mens heeft twee handen
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Een mens heeft tien voeten
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Een mens heeft één rug
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een mens heeft vijf benen
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de schouder
B
de bil
C
de arm
D
de hand
Slide 15 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
het been
B
de bil
C
de knie
D
de voet
Slide 16 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de teen
B
de hand
C
de knie
D
de voet
Slide 17 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de knie
B
de hand
C
het been
D
de arm
Slide 18 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de teen
B
de vinger
C
de knie
D
de voet
Slide 19 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de knie
B
de bil
C
het been
D
de voet
Slide 20 - Quizvraag
hoe heet nummer 3?
Slide 21 - Open vraag
hoe heet nummer 13?
Slide 22 - Open vraag
hoe heet nummer 10?
Slide 23 - Open vraag
hoe heet nummer 17?
