3.2 weerstand en geleidbaarheid 3A3

§3.2 Geleidbaarheid en weerstand
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand van geleidbaarheid
  2. Opgaven 20, 21 en 23
  3. Uitleg recht evenredig verband
  4. Huiswerk: §3.2 alle opgaven (digitaal)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Geleidbaarheid en weerstand
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand van geleidbaarheid
  2. Opgaven 20, 21 en 23
  3. Uitleg recht evenredig verband
  4. Huiswerk: §3.2 alle opgaven (digitaal)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les....
  • kun je aangeven wat weerstand is en welke invloed die heeft op de stroomsterkte;
  • kun je rekenen met R = U / I en G = I/U;
  • kun je 3 factoren noemen waar de weerstand van een draad van afhangt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waarom meerdere draadjes?

Slide 4 - Tekstslide

Geleidbaarheid en weerstand

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kleiner de weerstand,
A
hoe groter de stroomsterkte
B
hoe kleiner de spanning
C
hoe kleiner de stroomsterkte

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de weerstand als een draad 3 x zo lang wordt
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 3 x zo groot

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de weerstand als de doorsnede van een draad 5 x zo groot wordt?
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 5 x zo groot
D
De weerstand wordt 5 x zo klein

Slide 8 - Quizvraag

Weerstand van een draad

Slide 9 - Tekstslide

Wet van Ohm
R=IU

Slide 10 - Tekstslide

Geleidbaarheid en weerstand
Formules:

Slide 11 - Tekstslide

Een luidspreker is aangesloten op 230 V. Er loopt een stroom van 8,2 A door de luidspreker. Bereken de weerstand van de luidspreker.
A
28 Ohm
B
1886 Ohm
C
65 Ohm
D
8,2 Ohm

Slide 12 - Quizvraag

Een mobiele telefoon heeft ene geleidbaarheid van 0,2 S. De spanning die je adapter levert is 12,0 V. Bereken de stroomsterkte die door de mobiele telefoon loopt tijdens het opladen.
A
60 A
B
2,4 A
C
0,0167 A
D
1,0 A

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
§3.2 opgave 20, 21 en 23 (digitaal)


Noteer je berekeningen in je schrift. 
Klaar?! werk verder aan de opgaven van §3.2

Slide 14 - Tekstslide

Recht evenredig verband 

Slide 15 - Tekstslide

Hiernaast is van drie verschillende weerstanden
(R1, R2 en R3) het U,I-diagram getekend. Welke weerstand heeft de kleinste weerstand? 

Slide 16 - Tekstslide

De helling

Slide 17 - Tekstslide

Gloeilamp
  • Hoe hoger de temperatuur des te hoger de weerstand.

  • Als de weerstand R toe neemt, dan neemt de stroomsterkte I af.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom moeten de kabels naar de versterkers in een theater zo dik zijn?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk
alle opgaven van §3.2 (digitaal)

Slide 20 - Tekstslide

Practicum weerstand
Lesplanning:
  1. Opstart: grafieken tekenen en schakelingen bouwen
  2. Metingen uitvoeren
  3. Resultaten verwerken
  4. Inleveren practicum
  5. Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les....
  • heb je ontdekt wat het verband is tussen spanning en stroomsterkte bij een lampje en een weerstandje;
  • kan je correct een voltmeter aansluiten;
  • kan je correct een ampèremeter aansluiten;
  • kan je je meetresultaten verwerken in een grafiek.

Slide 22 - Tekstslide

Grafieken tekenen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

De meters aansluiten

Slide 25 - Tekstslide