-De kappers zijn druk bezig
-Ze wassen, kammen, knippen, drogen en kleuren de haren van een klant
-Ze gebruiken allerlei hulpmiddelen (attributen) om mee te werken, zoals scharen en kammen
-Ze gebruiken ook producten zoals shampoo en haarspray
-Als hulp zorg je dat de kappers hun werk zo goed mogelijk kunnen doen
-Je moet dus weten welke spullen er nodig zijn voor de volgende klant
-Je zorgt er ook voor dat alle spullen goed schoon zijn.