VWO 2 Unit 1.5 California (25 September 24/25)

Unit 1 California
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Unit 1 California

Slide 1 - Tekstslide

Today:
  1. Welcome & lesson goals (5 minutes)
  2. Warming up 1.5 (relationships & people)
  3. Grammar: 'used to'

  4. TASK
  5. Homework (10 minutes)
  6. End of lesson (5 minutes)

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goals
  • Students:
  1.  test their knowledge on the grammar about the possessive.

  2. are able to work effectively during the lesson.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

mum / dad, husband / wife, aunt / uncle, brother(s) / sister(s), cousin, son / daughter, niece / nephew, married, divorced, step-, half-, grand-

Slide 6 - Tekstslide

mum / dad, husband / wife, aunt / uncle, brother(s) / sister(s), cousin, son / daughter, niece / nephew, married, divorced, step-, half-, grand-
How are they related? 

  • Choose from the above
  • Describe the family and their relationships. 50-70 words

Write it in your book, page 31, 1a.
3 minutes

Slide 7 - Tekstslide

mum / dad, husband / wife, aunt / uncle, brother(s) / sister(s), cousin, son / daughter, niece / nephew, married, divorced, step-, half-, grand-
So, what is your story?

Slide 8 - Tekstslide

Grammar time

Slide 9 - Tekstslide

Look at this sentence with used to.
What does it express? Choose the correct answer.

He used to be a firefighter.
A
something which happened once in the past
B
something which was a habit in the past
C
something which was true in the past

Slide 10 - Quizvraag

Look at this sentence with used to.
What does it express? Choose the correct answer.

He used to take the girls surfing every Saturday.
A
something which happened once in the past
B
something which was a habit in the past
C
something which was true in the past

Slide 11 - Quizvraag

Used to: iets was vroeger zo maar nu niet meer.
    Een situatie/toestand 
    Een gewoonte

Slide 12 - Tekstslide

Used to: iets was vroeger zo maar nu niet meer.
    Een situatie/toestand 
    Een gewoonte
+ They used to go fishing.
-  They didn't use to go fishing.
?  Did they use to go fishing?

Slide 13 - Tekstslide

Grammar time: conjunctions

Slide 14 - Tekstslide

Conjunctions zijn....
A
conducteurs
B
voegen
C
treinwissels
D
voegwoorden

Slide 15 - Quizvraag

Functie van voegwoorden is...
A
twee woorden aan elkaar 'plakken'
B
twee zinnen aan elkaar 'plakken'
C
2 paragrafen aan elkaar 'plakken'
D
2 alinea's aan elkaar 'plakken;

Slide 16 - Quizvraag

conjunctions hebben een eigen functie:

Slide 17 - Tekstslide

So
A
logisch gevolg
B
keuze
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag

after, before
A
logisch gevolg
B
keuze
C
tijd
D
tegenstelling

Slide 19 - Quizvraag

since/because
A
logisch gevolg
B
keuze
C
tijd
D
reden/oorzaak

Slide 20 - Quizvraag

yet, but
A
tegenstelling
B
keuze
C
tijd
D
reden/oorzaak

Slide 21 - Quizvraag

until, when, while
A
tegenstelling
B
tijd
C
keuze
D
logisch gevolg

Slide 22 - Quizvraag

or
A
tegenstelling
B
tijd
C
keuze
D
logisch gevolg

Slide 23 - Quizvraag

and
A
tegenstelling
B
keuze
C
opsomming
D
logisch gevolg

Slide 24 - Quizvraag

TASK
    1. practise grammar (next 2 slides) + evaluate in this lessonup (slide 14 + 16)
    1. Study words/expressions






    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Link

    I know how to use ‘used to'
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 27 - Poll

    Slide 28 - Link

    I know how to use the conjunctions
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 29 - Poll