Vaardigheden tijdvak 1 en 2

tijdvak 1 en 2
vaardigheden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

tijdvak 1 en 2
vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe dit meisje behoorde.
Het volk dat leefde bij de venen in de buurt van Yde:
• straft misdadigers door ze in het veen ter dood te brengen en
• voert geen straf uit, maar offert mensen in het veen.
Ondersteun elke voorlopige conclusie met een aan de bronnen ontleend argument.

Slide 2 - Open vraag

Het volk waarbij het meisje van Yde hoorde, leefde enerzijds wel en anderzijds niet in de prehistorie.
Leg dit uit.

Slide 3 - Open vraag

Een bewering:
Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van potscherven. Deze culturen zijn bijna nooit culturen van jagers en verzamelaars, maar vrijwel altijd van boeren.Ondersteun deze bewering door:
- twee redenen te noemen waarom vaak potscherven gebruikt worden voor deze dateringen en
-aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om boerensamenlevingen.

Slide 4 - Open vraag

Jagers-verzamelaars uit de prehistorie leidden een nomadisch bestaan.Leg uit dat dit nomadische bestaan zowel de groepsgrootte als de omvang van de bezittingen van een groep jagers-verzamelaars bepaalde.

Slide 5 - Open vraag

De verdeling van ambten zoals in de bron wordt beschreven, laat zien dat de politieke rol van de burgers in de Griekse stadstaten kan verschillen.
Leg dit met twee van de door Aristoteles genoemde regeringsvormen uit.

Slide 6 - Open vraag

Stel: je doet onderzoek naar de militaire krachtsverhouding tussen de Romeinen en de Germanen in het begin van onze jaartelling. Leg uit dat je door de achtergrond van de schrijver kunt twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek.

Slide 7 - Open vraag

Gebruik de bron.
Stel: je doet onderzoek naar de omvang van het Romeinse Rijk en je vindt deze bron. Je stelt vast dat je met deze tekst:
-wel de omvang van het Romeinse Rijk kunt onderzoeken, maar
-niet de reacties van de door de Romeinen veroverde volken op hun onderwerping.
Leg beide uitspraken uit.

Slide 8 - Open vraag

Noem het kenmerkend aspect dat het meest bij de bron past en licht dit toe met een passend voorbeeld uit de bron.

Slide 9 - Open vraag

Een conclusie:
Uit dit bronfragment kun je concluderen dat de val van het Romeinse Rijk wordt veroorzaakt door zowel politieke als militaire ontwikkelingen binnen het Romeinse Rijk. Ondersteun beide delen van de conclusie met de bron

Slide 10 - Open vraag