Fictie online les 3

Fictie online les 3
Doel: 

Je leert wat thema’s in een verhaal zijn. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie online les 3
Doel: 

Je leert wat thema’s in een verhaal zijn. 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les:

* Check-in vraag
* Korte herhaling van de vorige lessen
* Instructie; thema in een verhaal
* Portfolio opdracht 4 uitleg
* Huiswerk
* Check out-vraag

Slide 2 - Tekstslide

Check in-vraag:

Ik ken en kan thema’s in verhalen benoemen en herkennen

😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

De term fictie betekent:
A
een verhaal wat echt is gebeurd
B
een verhaal dat is verzonnen
C
een verhaal wat echt gebeurt kan zijn, maar waar de hoofdpersonen zijn verzonnen
D
geen idee

Slide 4 - Quizvraag

Non-fictie betekent:
A
Een verhaal dat echt gebeurd is
B
een verhaal dat verzonnen is
C
een verhaal dat is verzonnen, maar wat echt gebeurd kan zijn.

Slide 5 - Quizvraag

Realistisch fictie betekent:
A
Een verhaal dat echt gebeurd is
B
een verhaal dat verzonnen is
C
een verhaal dat is verzonnen, maar wat echt gebeurd kan zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Een genre is:
A
onderwerp van een verhaal
B
personages in een verhaal
C
waar het verhaal zich afspeelt
D
soort verhaal

Slide 7 - Quizvraag

Een held is:
A
Iemand die lezers inspireert
B
Iemand die sukkelig en dommig is
C
Iemand die de het de hoofdpersoon erg moeilijk maakt
D
Iemand die de wereld wil verbeteren

Slide 8 - Quizvraag

Een schurk is:
A
Iemand die de wereld wil verbeteren
B
Tegenpool van een held
C
Iemand die de wereld wil vernietigen
D
Iemand die altijd goed en aardig is.

Slide 9 - Quizvraag

Personages kun je verdelen in:
A
Innerlijk
B
uiterlijk
C
Typen
D
Karakters

Slide 10 - Quizvraag

Een karakter is veelal:
A
Iemand die het hele verhaal hetzelfde blijft
B
Iemand die gedurende het verhaal een ontwikkeling doormaakt
C
Een hoofdpersoon van een verhaal
D
Ziet er in een verhaal altijd hetzelfde uit.

Slide 11 - Quizvraag

Thema van een verhaal
Een thema is de kortst mogelijke samenvatting van een verhaal:
- sprookje —> thema is: een wijze les (eerlijk en eenvoud is belangrijk).
- Harry Potter —> thema: de strijd tussen goed en kwaad (Harry Potter moet Voldemort bestrijden). 

Slide 12 - Tekstslide

Meerdere thema's
Een verhaal kan meerdere thema’s hebben, maar er is er altijd 1 die de overhand neemt. Die het belangrijkste is:
bijv: Een weeffout in onze sterren - John Green.
Twee tieners die verliefd op elkaar worden, maar ook ernstig ziek zijn. 
Thema: vriendschap, ziekte en dood. 

Slide 13 - Tekstslide

Bepalen van een thema
Onderwerp van een verhaal kun je vaak omschrijven in 1 woord.
Als je nauwkeuriger het verhaal wilt omschrijven, dus het thema wil verwoorden, heb je vaak meer woorden nodig. Vaak gebruik je hiervoor een korte zin. 

Stel jezelf altijd de volgende vragen;
- wat is de ‘wijze les’ van dit verhaal?
- wat wil de schrijver meegeven over het onderwerp?
- Wat ontdekt de hoofdpersoon in de loop van het verhaal? Verandert hij/zij in de loop van het verhaal van mening?

Oefenen een de hand van drie filmtrailers. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welk(e) thema(’s) zou je dit verhaal geven?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

Welk(e) thema(’s) zou je dit verhaal geven?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Video

Welk(e) thema(’s) zou je dit verhaal geven?

Slide 20 - Woordweb

Portfolio opdracht 4
Maak een verhaal of een strip (niet te lang) —> max 1 A4-tje.

In dit verhaal of strip komen alle onderdelen van de lessen fictie naar voren 
Genre / personages / helden - schurken - antihelden / thema.
Denk aan grammatica en spellingsregels. 

Inleverdatum: 
10 maart 2021.


Slide 21 - Tekstslide

Check out-vraag
Ik kan een verhaal/strip schrijven met alle theorie die ik nu weet.
Ik wil nog uitleg over een onderwerp van fictie. Dit geef ik aan bij de docent.
Ik wil meer weten over de opgegeven portfolio opdracht. Dit vraag ik in de chat aan de docent.
Ik wil graag weten waar ik de uitleg over de theorie kan vinden. Dit vraag ik in de chat aan de docent.

Slide 22 - Poll