5.3 oefenen pythagoras
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat kun je met pythagoras?
A
hoogte
B
hoeken meten
C
diepte meten
D
zijden berekenen
Slide 2 - Quizvraag
De Stelling van Pythagoras geldt alleen bij...
A
alle driehoeken
B
rechthoekige driehoeken
C
gelijkbenige driehoeken
D
gelijkzijdige driehoeken
Slide 3 - Quizvraag
Wat moet de stelling van Pythagoras altijd hebben?
A
2 gelijke zijde en een schuine.
B
een hoek groter dan 90 graden.
C
een hoek van 90 graden.
D
dat het oppervlakte van lange zijde gelijk is aan de opp van schijne zijde met korte zijde
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke driehoeken kan je de stelling van Pythagoras gebruiken?
A
a, b en e
B
b, c en d
C
b en c
D
allemaal
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de stelling van Pythagoras?
A
rhz² + rhz² = sz²
B
rhz² - rhz² = sz²
C
rhz² x rhz² = sz²
D
rhz² : rhz² = sz²
Slide 6 - Quizvraag
De stelling van Pythagoras is ...
A
AB²+AC²=BC²
B
BC²+ AC² = AB²
C
AB²+BC²=AC²
D
Geen idee
Slide 7 - Quizvraag
De stelling van Pythagoras is ...
A
PR²+PQ²=QR²
B
PR²+QR²=PQ²
C
PQ²+QR²=PR²
D
Geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Bereken LM met de stelling van Pythagoras
A
9
B
6,7
C
3
D
4,2
Slide 9 - Quizvraag
Hoe lang is AC?
(Gebruik Pythagoras)
(Gebruik Pythagoras)
A
5.29
B
23,53
C
22,44
D
28
Slide 10 - Quizvraag
Hoe hoog is de vlieger?
(Gebruik Pythagoras)
(Gebruik Pythagoras)
A
6
B
18
C
600
D
576
Slide 11 - Quizvraag
Bereken de omtrek van dit figuur.
Tip: gebruik Pythagoras.
Tip: gebruik Pythagoras.
Slide 12 - Open vraag
Stelling van Pythagoras is:
A
Makkelijk
B
Te doen
C
Moeilijk
D
Wat is dat?
