Herhalen 5.1+5.2
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Link
AC in driehoek ABC is een:
A
rechthoekszijde
B
lange zijde
C
schuine zijde
Slide 2 - Quizvraag
De stelling van Pythagoras voor deze driehoek is:
A
AB² + AC² = BC²
B
BC² + AC² = AB²
C
AB² + BC² = AC²
D
Geen idee
Slide 3 - Quizvraag
Wat kun je met de stelling van Pythagoras?
A
inhoud berekenen
B
hoeken meten
C
omtrek cirkel berekenen
D
zijden berekenen in driehoeken
Slide 4 - Quizvraag
Bewering:
Om de lengte van de schuine zijde te berekenen moet je de twee rechthoekszijden optellen.
Om de lengte van de schuine zijde te berekenen moet je de twee rechthoekszijden optellen.
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 5 - Quizvraag
Bewering:
Om de lengte van de rechthoekszijde te berekenen moet ik
het kwadraat van de andere rechthoekszijde aftrekken van
het kwadraat van de schuine zijde.
Om de lengte van de rechthoekszijde te berekenen moet ik
het kwadraat van de andere rechthoekszijde aftrekken van
het kwadraat van de schuine zijde.
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de stelling van Pythagoras in de driehoek hiernaast?
A
LM² + KM² = KL²
B
KL² + LM² = KM²
C
KM² + KL² = LM²
D
KL² + KM² = LM²
Slide 7 - Quizvraag
Bereken LM met de stelling van Pythagoras en rond af op één decimaal.
Gebruik je rekenmachine.
Gebruik je rekenmachine.
A
9
B
6,7
C
3
D
4,2
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de hoogte van de vlieger?
Geef je antwoord in meter.
Geef je antwoord in meter.
A
6
B
18
C
600
D
576
Slide 9 - Quizvraag
BC in driehoek ABC is een:
A
rechthoekszijde
B
diagonaal
C
schuine zijde
D
hypotenusa
Slide 10 - Quizvraag
De stelling van Pythagoras geldt alleen bij
A
alle driehoeken
B
rechthoekige driehoeken
C
gelijkbenige driehoeken
D
gelijkzijdige driehoeken
