Paragraaf 1.4: Egypte, een machtige staat (deel 1)

Paragraaf 1.3: Egypte en de Nijl (deel 3)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3: Egypte en de Nijl (deel 3)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Gevolgen irrigatielandbouw
1. Voedseloverschotten -> beroepen. 🍞   
2. Ontstaan van handel. 🤑
3. Dorpen groeiden uit tot steden. 🏛️
4. Machtige en rijke steden -> andere gebieden 
     veroverden. 🗡️

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

3.100 v.C.
Ontstaan van een grote staat

  • gebied met duidelijke grenzen; 
  • één bestuur;
  • en overal dezelfde wetten en regels.





Slide 5 - Tekstslide

Wie woonden in de steden?
  • ambachtslieden; 
  • handelaren; 
  • ambtenaren;
  • en priesters.

Wat waren dat voor een mensen?



Slide 6 - Tekstslide

Wie woonden in de steden?
  • ambachtslieden; 
  • handelaren; 
  • ambtenaren;
  • en priesters.

Wat waren dat voor een mensen?



Slide 7 - Tekstslide

Stedelingen
Ambachtslieden maakten van grondstoffen (graan) producten (brood). ⚒️

 Handelaren ruilden of verkochten producten tegen voedsel of andere spullen. 💰

Slide 8 - Tekstslide

Veel mensen wonen in een stad

Slide 9 - Tekstslide

Stedelingen
Bestuur nodig: groep mensen die plannen en regels maakt en taken verdeelt: ambtenaren
  • uitvoeren besluiten; ✅ 
  • handhaven orde; 👮
  • en innen belasting. 💸

Slide 10 - Tekstslide

Stedelingen
De (rijke) priesters vormden een schakel tussen de mensen en de goden.

Belangrijk tijdens religieuze rituelen.

Slide 11 - Tekstslide

Sociale verschillen
Oorzaak: Komt door bezit, nieuwe beroepen, ontstaan bestuur.

Gevolg: Ontstaan sociale lagen: mensen die van elkaar verschillen in rijkdom, macht en aanzien.

Slide 12 - Tekstslide

Sociale lagen
  1. Farao (dé leider).
  2. Hoge ambtenaren en priesters.
  3. Soldaten en lage ambtenaren.
  4. Ambachtslieden.
  5. Boeren.
  6. Slaven.

Slide 13 - Tekstslide

#WelZoHandig
Hiërogliefenschrift (3100 v.C., einde prehistorie) werd gebruikt voor het bijhouden van belastingen en het opschrijven van regels.


Slide 14 - Tekstslide

Juist
Onjuist
De farao behoorde tot de hoogste sociale laag in Oude Egyptische samenleving.
Het Oude Egypte had geen duidelijke grenzen en niet één bestuur.
Priesters behoorden tot een hoge sociale laag, omdat zij een belangrijke schakel vormden tussen de mensen en de goden.
Het hiërogliefenschrift werd gebruikt voor het bijhouden van belastingen en het opschrijven van regels.
Boeren stonden lager dan slaven in de sociale lagen van het Oude Egypte.

Slide 15 - Sleepvraag

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

''Groep mensen die van andere groepen mensen verschilt in rijkdom, macht en aanzien.''
A
Sociale verschillen
B
Sociale overeenkomsten
C
Sociale gemeenschap
D
Sociale laag

Slide 16 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

''Het maken van regels en wetten en het controleren of iedereen zich daaraan houdt.''
A
Staat
B
Bestuur
C
Land
D
Rijk

Slide 17 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

''Een land met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.''
A
Staat
B
Bestuur
C
Land
D
Rijk

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

''Egyptisch schrift dat bestaat uit een groot aantal tekeningen, die elk een woord of klank uitbeelden.''
A
Hyrogliefenschrift
B
Hiëroglyfenschrift
C
Hiërogliefenschrift
D
Hiëroglievenschrift

Slide 19 - Quizvraag

Ga aan de slag!
Maak opdracht 10 t/m 14 van paragraaf 1.3.

Eerder klaar?
Maak de test jezelf van paragraaf 1.3.

Slide 20 - Tekstslide