5.3 Koningen en edelen

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een gilde?
A
Een samenwerking tussen mensen met het zelfde beroep
B
Het bestuur van een gebied
C
Een samenwerking tussen handelaren op gebied van prijs en kwaliteit
D
Een groep ridders die verantwoordelijk is voor de beveiliging van het domein

Slide 2 - Quizvraag

De Hanze is een gilde voor deze groep mensen:
A
Bakkers
B
Handelaren
C
Timmermannen
D
Leraren

Slide 3 - Quizvraag

Welke omschrijving past het beste bij een gewest?
A
Zelfstandig gebied, bestuurd door een hoge edelman
B
Zelfstandig gebied, bestuurd door de schepenen en de burgemeester
C
Zelfstandig gebied, bestuurd door een koning van het land
D
Zelfstandig gebied, bestuurd door een gekozen bestuur van mensen

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak past niet bij een gewest?
A
Eigen regels
B
Eigen taal
C
Eigen bestuur
D
Eigen belasting

Slide 5 - Quizvraag

'Hoe groter en machtiger een stad werd des te minder een edelman te zeggen had'

Leg dit uit

Slide 6 - Open vraag

Sleep de volgende groepen mensen naar de juiste plek:

Voorzitter van het bestuur in de steden
Baas van de middeleeuwse politie
De politie mensen tijdens de middeleeuwen
het bestuur van de steden
Rakkers
Schepenen
Schout
Burgemeester

Slide 7 - Sleepvraag

Op de afbeelding zie je het stadsboek van kampen. Hier staan de regels van stad in. Bedenk waarom de meeste regels zijn voorzien van afbeeldingen?
A
Omdat de meeste mensen in de middeleeuwen niet kon lezen of schrijven
B
Dit is versiering, hierdoor kreeg het boek een duurdere uitstraling
C
De vergaderingen van de schepenen waren lang, deze tekeningen komen voort uit verveling
D
De tekeningen zijn een instructie hoe de straffen uitgevoerd moesten worden.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Engeland
  •  In 1066 wordt een Franse edelman (Willem de Veroveraar) de koning van Engeland.

  • Willem de Veroveraar voert het leenstelsel in, maar wil het land centraal besturen vanuit Londen. Kortom hij liet het land in zijn naam besturen door een leenman, maar hij bepaalde de regels, wetten en belasting.

  • Vanuit één plek willen besturen noemen we centralisatie.

  • Een andere aanpassing die Willen de Veroveraar aan leenstelsel toevoegde, was dat elke leenman meteen soldaten naar het leger van Willem moest sturen en niet pas als in tijden van oorlog.

Slide 10 - Tekstslide

Doordat leenmannen meteen soldaten naar Willem de Veroveraar moesten sturen, kon Willem de Veroveraar ervoor zorgen dat nooit één van zijn leenmannen tegen hem in op stand kwam. Waarom niet?

Slide 11 - Open vraag

100 jarige oorlog
  • De Engelse koning had nog steeds land in Frankrijk (leen). De Franse koning Karel VII wilde dit graag terug hebben om zijn eigen macht te vergroten.

  • De nieuwe Engelse koning Edward III pikte dit niet en stuurde een leger. Dit leidde tot de honderdjarige oorlog.

Slide 12 - Tekstslide

Verklaar waardoor Engeland in 1300 een groot deel van Frankrijk in handen heeft.
A
Dit hadden ze veroverd in eerdere oorlogen
B
Dit land hadden zij in leen van de Franse koning
C
Dit land was altijd al onderdeel van Engeland
D
Frankrijk bestond pas na 1300 voor die tijd heet het gewoon Engeland

Slide 13 - Quizvraag

In 1346 stonden de Engelse en Franse legers tegenover elkaar.

Het Franse leger was groter en bestond uit zwaar gepantserde ruiters. Het kleinere Engelse leger bestond uit licht bepantserde boogschutters.

Wie won?
A
Frankrijk
B
Engeland

Slide 14 - Quizvraag

Honderdjarige oorlog
  • Frankrijk lijdt meerdere nederlagen. Alleen in het zuiden is Karel VII nog de baas.

  • Maar dan... een eenvoudig meisje van 13 krijgt visioenen van God, om Frankrijk te bevrijden van de Engelsen.

  • Jeanne D'arc krijgt het vertrouwen van de koning en leidt het Franse leger naar een belangrijke overwinning.

  • Dan wordt Jeanne D'Arc gevangen genomen door de Bourgondiërs (bondgenoot van Engeland).

Slide 15 - Tekstslide

Wat zou de reactie van de Franse koning zijn (Karel VII) op de gevangenneming van Jeanne D'Arc?
A
Zonder Jeanne d'Arc had hij nooit koning geweest, hij komt haar meteen te hulp
B
Hij probeert Jeanne d'Arc vrij te krijgen, maar de Engelsen weigeren haar over te dragen
C
Voordat hij het nieuws te horen krijgt is het al te laat, Jeanne d'Arc is geëxecuteerd
D
Hij doet helemaal niets

Slide 16 - Quizvraag

Frankrijk na de oorlog
  • Koning Karel VII wordt koning van heel Frankrijk. Engeland verliest al het land in Frankrijk.

  • Karel VII voert nu nieuwe belasting in en richt een nieuw staand leger in.

  • De drie standen mochten advies uitbrengen in de adviesraad, de koning bepaalde wat er gebeurde.

  • Frankrijk bleef het leenstelsel maar de koning had het meeste land en macht.

Slide 17 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
Alleen in Engeland was centralisatie
B
Alleen in Frankrijk was centralisatie
C
In beide landen was centralisatie
D
In geen van beide landen was centralisatie

Slide 18 - Quizvraag

Nederland bestond in de middeleeuwen uit 17 zelfstandige gewesten.

Was hier sprake van centralisatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag