6. Werkwoorden infinitief

Werkwoordspelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les

Ik weet wanneer ik het infinitief (hele werkwoord) moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen: wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord van de zin.

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?
- Vraagzin maken
- Tijdproef
- Getalproef

Slide 3 - Tekstslide

Het kan ook zijn dat je een ander werkwoord dan de persoonsvorm in moet vullen.


- voltooid deelwoord
- bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
- infinitief
- tegenwoordig deelwoord
- bijvoeglijk gebruikt tegenwoordig deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het infinitief
1. Als onderdeel van het werkwoordelijk gezegde:
Zullen we naar huis lopen?

2. Als zelfstandig naamwoord.
Lopen gaat langzamer dan fietsen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Eerst even oefenen

Slide 7 - Tekstslide

(blijven)
Ik sport om gezond te ......

Slide 8 - Open vraag

(sporten)
Maar vandaag is het te warm om te .....

Slide 9 - Open vraag

(kijken)
Waarom sta je zo naar me te .....

Slide 10 - Open vraag

(bakken)
Ben je taarten aan het ......?

Slide 11 - Open vraag

(branden)
De jongens ......... gisteren hun vingers aan de kachel.

Slide 12 - Open vraag

(branden)
Mijn moeder heeft het vlees aan laten .......

Slide 13 - Open vraag

(wachten)
Ik vind het altijd vervelend als ik lang moet .....

Slide 14 - Open vraag

Laat het zien!
Maak het werkblad.
Bij vragen lees nog een keer of overleg met je buurman/vrouw.
Ben je klaar? 
Dan ga je aan de slag met je weektaak.

Slide 15 - Tekstslide

Ik weet wanneer ik het infinitief moet schrijven.
Dat begrijp ik nog niet helemaal. Ik heb hulp nodig.
Ik begrijp het bijna. Soms heb ik nog hulp nodig.
Ik begrijp het. Maar soms maak ik nog een fout.
Ik begrijp het perfect. Ik zou het kunnen uitleggen aan anderen.

Slide 16 - Poll

Goed gewerkt!!

Slide 17 - Tekstslide