8,2 een nieuwe samenleving

8.2 een nieuwe Samenleving 
  • Discussies over de sociale kwestie
  • De opkomst van emancipatiebewegingen 
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme  
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

8.2 een nieuwe Samenleving 
  • Discussies over de sociale kwestie
  • De opkomst van emancipatiebewegingen 
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme  

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Leerlingen herhalen de kennis van vorige week
  • leerlingen kunnen uitleggen wat de sociale kwestie is
  • Leerlingen kunnen benoemen wat het Marxisme inhoudt 
  • Leerlingen kunnen uitleggen wat de verschillen en de overeenkomsten zijn tussen communisme en het socialisme

Slide 2 - Tekstslide

Conferentie van Berlijn

Slide 3 - Woordweb

Wat is modern imperialisme
A
grondstoffen en afzetmarkt
B
afzetmarkt, grondstoffen en bestuur
C
een groot rijk besturen
D
bestuur en grondstoffen

Slide 4 - Quizvraag

Wat houdt de White Men's Burden in?

Slide 5 - Open vraag

Discussie over de sociale Kwestie
  • Wat houdt de sociale kwestie ook al weer in?
  • Leefomstandigheden
  • Gedrag van de arbeiders
  • Prostitutie, drankgebruik, normen en waarden
  • Rijke vrouwen van middenklasse...
  • Waarom zij?  

Slide 6 - Tekstslide

aan de slag 
blz. 151, maken opdracht 4 

Slide 7 - Tekstslide

Klassenstrijd: volgorde

Slide 8 - Open vraag

In bron 15 wordt gesproken over 'U'
wie is 'U' en hoe zie je dat?

Slide 9 - Open vraag

socialisme <----> communisme
  • overeenkomsten: doel=?
  • verschillen: weg
  • parlementaire weg / kiesrecht
  • revolutionaire weg / geweld
  • filmpje 
  • nakijken 3 en 5 van 8.2 

Slide 10 - Tekstslide

opdracht 3 
a De foto is representatief voor de groep fabrieksarbeiders met weinig inkomen die woonden industriesteden.
De foto is niet representatief voor mensen in de middenstand (bijvoorbeeld de winkeliers) of ondernemers.
b Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn:
- Hoe waren de leef- en woonomstandigheden van arbeiders in de industriesteden van Nederland in de negentiende eeuw?
- Waarom vonden sommige middenstanders en ondernemers het in de negentiende eeuw noodzakelijk om arbeiders te hulp te schieten?

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 5
1 Door de onteigening van grondbezit zou iedereen vrij gebruik kunnen maken van het land om voedsel te verbouwen en van de opbrengsten van het land te leven.
2 Op deze manier is rijkdom niet erfbaar. Iedereen moet zijn geld en bezittingen zelf verdienen. Door bezit aan de staat over te maken, kan de staat deze bovendien inzetten voor de bevolking.

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 5 deel 2 
3 De openbare en kosteloze opvoeding van alle kinderen zou de ongelijkheid wegnemen die ontstaat wanneer rijke kinderen meer scholing krijgen dan arbeiderskinderen.
4 Door kinderarbeid te beëindigen, kunnen alle kinderen naar school en krijgen zij allemaal gelijke kansen om zich te ontwikkelen.

Slide 13 - Tekstslide