7.5 Gevaarlijke warmte: brand! KT2a

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom vandaag 3 oktober

Planning

• Lezen 
• Terugblik op vorige les
• Toelichting nieuwe theorie
• Vragen stellen**

Neem plaats 

Tas op de grond

Pak je leerboek en PC

PC heb je nodig voor het inloggen bij ItsLearning.

Proefwerk 

27 oktober (wk 43)

Nog 3 weken

Klaar met inloggen?

Begin met

lezen 7.5

Nu  week 40

** Vragen? Schrijf 

je dan in bij Dalton.

Dan heb ik er  meer tijd voor!

Waar gaan we het in hoofdstuk 7 over hebben?

7.1 - Leven in de natuur

7.2 - Zonder water geen leven

7.3 - Eten of gegeten worden

7.4 - Een kringloop

7.5 - Gevaarlijke warmte: brand!

Welke opgaven moeten gemaakt worden:

opdracht 1 t/m 11 van 7.1

opdracht 1 t/m 22 van 7.2

opdracht 1 t/m 13 van 7.3

opdracht 1 t/m 10 van 7.4

opdracht 1 t/m 16 van 7.5

Deze week

leerdoelen (deze week)

Je kent de drie brandvoorwaarden en hoe je deze gebruikt om te blussen.

je weet wat je moet doen bij brand

Je kunt uitleggen waarom water niet altijd een goed blusmiddel is

Je kent verschillende blusmiddelen en hoe ze werken

Wat weet je al of nog?

Terugblik naar vorige lessen en bespreken nieuwe theorie

Inloggen met je eigen naam 

Let op de timer!

Waar blijft afval in de natuur?

Al het dode materiaal in de natuur noemen we natuurlijk afval. Natuurlijk afval komt uiteindelijk op de bodem terecht.

Een bodem bestaat uit 3 lagen:

1. Strooisellaag met bodemdieren
2. Humuslaag 
3. Grondlaag

In de eerste twee lagen zitten ook bacteriën en schimmels. 

Deze zetten de humus om in mineralen.

Schimmels

Net als bodemdieren ruimen schimmels ook de resten van planten en dieren op. Daar leven schimmels van. Schimmels leven ook boven de grond. Een paddenstoel is een voorbeeld van een schimmel. 

Waar zitten bacteriën en schimmels vooral?

1. Humuslaag en Strooisellaag
2. Humuslaag en Grondlaag
3. Grondlaag en Strooisellaag
4. Vooral in de grondlaag

De laag waarin
de afbrekers leven heet?

1. humuslaag
2. strooisellaag

Wat is een bodemdier?

1. Een dier die op de bodem leeft en resten opeet.
2. Een dier die op de grond leeft, maar niks bijzonders doet.
3. Een dier die op de grond leeft.
4. Een dier die op de grond leeft, maar die opgegeten wordt.

Brand blussen

1.  Brandstof weghalen (gaskraan dichtdraaien, hout  weghalen bij bosbrand)
2. Zuurstof weghalen (zand op vuur, blussen met schuim, branddeken)
3. Temperatuur verlagen (kaars uitblazen, blussen met water of schuim)

Olie- of benzinebrand blussen

• NOOIT water gebruiken
• sproeitschuim of bluspoeder gebruiken(brandblusser).
• Bij vlam in de pan: Deksel op de pan of branddeken eroverheen gooien (zuurstoftoevoer afsluiten).

Aan de slag

• Lees blz 25- 27 in je leerboek 
• Maak opdrachten uit je activiteitenboek
• Klaar? Kijk dan de opdrachten na.

Welkom vandaag 4 oktober

Planning

• Lezen 
• Terugblik op vorige les
• Toelichting nieuwe theorie
• Vragen stellen**

Neem plaats 

Tas op de grond

Pak je leerboek en PC

PC heb je nodig voor het inloggen bij ItsLearning.

Proefwerk 

27 oktober (wk 43)

Nog 3 weken

Klaar met inloggen?

Begin met

lezen 7.5

Nu  week 40

** Vragen? Schrijf 

je dan in bij Dalton.

Dan heb ik er  meer tijd voor!

Waar gaan we het in hoofdstuk 7 over hebben?

7.1 - Leven in de natuur

7.2 - Zonder water geen leven

7.3 - Eten of gegeten worden

7.4 - Een kringloop

7.5 - Gevaarlijke warmte: brand!

Welke opgaven moeten gemaakt worden:

opdracht 1 t/m 11 van 7.1

opdracht 1 t/m 22 van 7.2

opdracht 1 t/m 13 van 7.3

opdracht 1 t/m 10 van 7.4

opdracht 1 t/m 16 van 7.5

Deze week

leerdoelen (deze week)

Je kent de drie brandvoorwaarden en hoe je deze gebruikt om te blussen.

je weet wat je moet doen bij brand

Je kunt uitleggen waarom water niet altijd een goed blusmiddel is

Je kent verschillende blusmiddelen en hoe ze werken

Wat weet je al of nog?

Terugblik naar vorige lessen en bespreken nieuwe theorie

Inloggen met je eigen naam 

Let op de timer!

Aan welke 3 voorwaarden moet zijn voldaan om een brand te krijgen?

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?

1. Brandstof
2. Zuurstof
3. Ontbrandings-temperatuur

Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?

1. Brandstof
2. Zuurstof
3. Ontbrandings-temperatuur

Brandvoorwaarden

Er ontstaat alleen brand als aan alle drie de brandvoorwaarden tegelijk is voldaan: 

1. Brandstof
   
2. Zuurstof
   
3. Ontbrandingstemperatuur

 (Dit is de temperatuur waarbij een brandstof begint te branden. Elke brandstof heeft zijn eigen ontbrandingstemperatuur). 

Blussen

Elk blusmiddel haalt één of meer van de brandvoorwaarden weg.

Het hangt van de brandstof af met welk blusmiddel je de brand moet blussen. 

Blusmiddelen

Water

Schuim

Blusdeken

Koolstofdioxide

Poeder

Zand

Blusmiddelen

Water (goedkoop, voor verdampen is veel warmte nodig; wordt aan
 vuur onttrokken, en waterdamp verhinderd toevoer zuurstof

Schuim (drijft op vloeistof, plakt aan vaste stof verhinderd toevoer zuurstof)

Blusdeken (verhinderd toevoer zuurstof) net zoals Poeder en Zand

Koolstofdioxide zit vloeibaar in fles maar komt er als gas uit (verdampen)
koelt zo enorm af (-80 C) en zuurstof kan zo niet bij de brand komen

Als je een brand blust met water, dan dooft het vuur omdat:

1. je de zuurstof weg haalt
2. je de brandstof weg haalt
3. water een niet brandbaar laagje over je huis legt
4. je afkoelt tot onder de ontbrandingstemperatuur

Welke brandvoorwaarde wordt weggenomen bij blussen met een blusdeken?

1. Zuurstof
2. Ontbrandingstem-peratuur
3. Brandbare stof

Wat is een ontbrandingstemperatuur? (de definitie)

Een brandende oliebron kan je doven door dynamiet te laten ontploffen. Wat doe je dan?

1. Je haalt de zuurstof weg
2. Je verlaagt de temperatuur.
3. je haalt de brandstof weg

Hoe kun je het beste een vetbrand blussen (bv vlam in de pan)?

1. 1. gas uitdraaien 2. deksel op de pan
2. 1. gas uitdraaien 2. water erop gooien
3. 1. de pan oppakken en naar buiten brengen

leerdoelen (deze week)

Je kent de drie brandvoorwaarden en hoe je deze gebruikt om te blussen.

je weet wat je moet doen bij brand

Je kunt uitleggen waarom water niet altijd een goed blusmiddel is

Je kent verschillende blusmiddelen en hoe ze werken

Aan de slag

• Lees 7.5 uit je leerboek 
• Maak opdracht van 7.5 uit je activiteitenboek
• Klaar? Kijk je antwoorden na

Wat is het meest geschikte blusmiddel voor een brandende stoppenkast (meterkast)?

1. Water
2. Poederblusser
3. Koolstofdioxide blusser
4. Branddeken

Welke brand kan je beter niet met water blussen?
Geef meerdere antwoorden.

1. Vlam in de pan
2. Schoorsteenbrand
3. Benzinebrand
4. Brandend staalwol