3H test je kennis: Nederland tijdens WO II en de Holocaust

Nederland tijdens WO II en de Holocaust
Herhaling/ test je kennis
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederland tijdens WO II en de Holocaust
Herhaling/ test je kennis

Slide 1 - Tekstslide

Winston Churchill
Adolf Hitler
Franklin Roosevelt
Jozef Stalin
Benito Mussolini
Werd in mei 1940 minister-president.
Werd ook wel Il Duce genoemd.
Was de opvolger van Lenin
Werd ook wel Führer genoemd
Is de langstzittende president.

Slide 2 - Sleepvraag

Met de inval in welk land begon de tweede wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 3 - Quizvraag

Op welke datum was de Duitse inval in Nederland?
A
1 september 1939
B
1 mei 1940
C
10 mei 1940
D
14 mei 1940

Slide 4 - Quizvraag


In welke zin staan de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog in de juiste volgorde?
A
Verovering België, Frankrijk, Nederland; Amerikaanse legers naar Europa; inval Sovjet-Unie; D-day; Sovjet soldaten in Berlijn.
B
Verovering België, Frankrijk, Nederland; inval Sovjet-Unie; Sovjet soldaten in Berlijn; Amerikaanse legers naar Europa; D-day.
C
Verovering België, Frankrijk, Nederland; inval Sovjet-Unie; D-day; Sovjet soldaten in Berlijn; Amerikaanse legers naar Europa.
D
Verovering België, Frankrijk, Nederland; inval Sovjet-Unie; Amerikaanse legers naar Europa; D-day; Sovjet soldaten in Berlijn

Slide 5 - Quizvraag

Welke Nederlandse stad werd tijdens WO II als eerste gebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Utrecht
D
Rotterdam

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Antisemitisme
B
Rassenleer
C
Dictatuur
D
Gelijkschakeling

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de naam van dit standbeeld & voor welke staking is dit een herdenking?

Slide 9 - Open vraag

In 1941 vindt er op 25 en 26 februari in Amsterdam een staking plaats. Waarom?
A
De Joden staakten uit protest tegen de jodenvervolging.
B
Het Nederlandse verzet is tegen de bezetting door de Duitsers.
C
Het verzet organiseert een staking omdat ze tegen de jodenvervolging zijn.
D
Nederlandse soldaten staken omdat ze niet wilden vechten.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noemen we de manier van optreden van de Duitsers aan het begin van de bezetting?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Waar is het plaatje een voorbeeld van?
A
Collaboratie
B
Aanpassing
C
Verzet
D
Censuur

Slide 13 - Quizvraag

Welk type verzetsdaad kwam het meest voor tijdens WO II in Nederland
A
Helpen bij onderduiken
B
Het drukken van illegale kranten
C
Stakingen
D
Het stelen van voedselbonnen

Slide 14 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de bron?
A
censuur
B
collaboratie
C
deportatie
D
gelijkschakeling

Slide 15 - Quizvraag

Wat is gelijkschakeling?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Waar werden deze bonkaarten voor nodig?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Holocaust

Slide 20 - Woordweb

In Amsterdam was de Amsterdamse Schouwburg een laatste stop voor joden uit de stad richting Westerbork. Welk antwoord is hoort hierbij?
A
Segregatie
B
Concentratie
C
Deportatie
D
Moord

Slide 21 - Quizvraag

Verklaar de naam kristalnacht.

Slide 22 - Open vraag

Neurenberger
wetten (1935)

Slide 23 - Woordweb

Wat werd er besloten op de Wannsee Conferentie in 1942?

Slide 24 - Open vraag

Doorvoerkamp
Vernietigingskamp
Werkkamp

Slide 25 - Sleepvraag

Leg uit: Was de kristalnacht het begin van de Holocaust?

Slide 26 - Open vraag