H8.3 Je bloed vervoert Havo

8.3 Je bloed vervoert
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

8.3 Je bloed vervoert

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 2 - Tekstslide

programma
Start-opdracht: voor in het lokaal, voor thuis (10 minuten) 

Uitleg met vragen tussendoor (20 minuten)
Doe mee! en geef antwoord!


Slide 3 - Tekstslide

Start opdracht lokaal:
- bekijk de rode bloedcellen onder de microscoop
- teken wat je ziet en geef de volgende onderdelen aan:
a.) Rode bloedcel
b.) Celmembraan
c.) Cytoplasma
d.) Wel/geen celkern?
Start opdracht thuis:
- zoek op internet naar microscopische foto's van rode bloedcellen
- post jouw foto's in de chat
- zoektermen:
a.) Rode bloedcel
b.) Rode bloedcel microscopie
c.) Red bloodcell EM
d.) Red bloodcell SEM

Slide 4 - Tekstslide

Wat zie je op de plaatjes?
Wat zijn de overeenkomsten?

Slide 5 - Tekstslide

De bloedvaten zijn de wegen van jouw lichaam...
Bloed vervoert glucose en zuurstof naar alle cellen van jouw lichaam...

Slide 6 - Tekstslide

1A.) Hoe vervoert jouw bloed glucose en andere voedingsstoffen?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zit er in bloed?

Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud
= vloeistof

Slide 8 - Tekstslide

Bloedplasma vervoert GLUCOSE!
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud
= vloeistof

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je een suikerklontje (glucose) in een glaasje water doet?
A
Het klontje gaat zwemmen
B
Het klontje verdwijnt
C
Het klontje blijft een klontje
D
Het suiker lost op in het water

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je een suikerklontje (glucose) in een glaasje PLASMA doet?
A
Het klontje gaat zwemmen
B
Het klontje verdwijnt
C
Het klontje blijft een klontje
D
Het suiker lost op in de plasma

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt een uurtje geleden gegeten; hoe zou jouw bloedplasma nu smaken?

Slide 12 - Open vraag

Glucose (suiker) lost op in het bloedplasma.
Het bloed stroomt door het lichaam. Zo wordt de glucose vervoerd.

Slide 13 - Tekstslide

1B.) Hoe vervoert jouw bloed zuurstof?

Slide 14 - Tekstslide

Op welk plek in jouw lichaam wordt zuurstof opgenomen in het bloed?
A
Luchtpijptakje
B
De luchtpijp
C
Longblaasjes
D
Het hart

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kan het bloed die zuurstof meenemen vanuit de longblaasjes?

Slide 16 - Tekstslide

Rode bloedcellen vervoeren ZUURSTOF!
Hoe dan?
Buisje 1:
Vers bloed
Buisje 2:
bloed van 1 dag oud

Slide 17 - Tekstslide

Aan de celmembraan van rode bloedcellen zit "Hemoglobine"
Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof kan vast pakken.

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de persoon naar het juiste bloed!

Slide 19 - Sleepvraag

Heeft een marathon-loper veel of weinig Hemoglobine?
A
Veel; want zijn spieren hebben veel energie nodig
B
Weinig, want de rode bloedcellen moeten weinig zuurstof verplaatsen
C
Weinig, want...
D
Veel, zo kunnen de rode bloedcellen veel zuurstof naar de spieren brengen

Slide 20 - Quizvraag

Waar staat beschreven dat de rode bloedcellen een ronde vorm moeten hebben?
A
Op het allel voor deze eigenschap...
B
Op het cytoplasma
C
Op de celmembraan
D
Op de chromosomen...

Slide 21 - Quizvraag

Gezond: ronde vorm
Erfelijke aandoening:
SIKKEL CEL

Slide 22 - Tekstslide

Erfelijke aandoening: Sikkel cel
Ergens op de chromosomen staat beschreven dat rode bloedcellen een ronde vorm krijgen.
Bij sikkel cel: foutje in deze beschrijving!
Dus geen ronde vorm!
XX

Slide 23 - Tekstslide

Welk ziektebeeld verwacht je bij sikkel cel?
A
Bloed stroomt langzaam
B
Snel verkouden
C
Moeheid
D
Minder sterk

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoelen: 
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 25 - Tekstslide

Slagader:  bloed met zuurstof.
Haarvaatjes: verdelen bloed over de spier.

Ader: bloed zonder zuurstof (met koolstof-dioxide; CO2)
3 typen bloedvaten

Slide 26 - Tekstslide

Waarom stroomt bloed in de goede richting?
A
Bloed kan maar in 1 richting stromen
B
Door "deurtjes" in de aders...
C
Door "kleppen" in de aders...
D
Bloed met zuurstof gaat naar de spier...

Slide 27 - Quizvraag

Door kleppen in de bloedvaten kan bloed maar in 1 richting stromen...
Te vergelijken met supermarkt-poortjes...

Slide 28 - Tekstslide

Henkie heeft een ongeluk gehad.

Repareer Henkies kapotte bloedvat met het juiste stukje van een donor.

Slide 29 - Sleepvraag

Afsluitende opdrachten

Slide 30 - Tekstslide

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben CO2 en glucose nodig
B
Ze hebben zuurstof en glucose nodig
C
Ze hebben energie nodig...
D
Ze hebben CO2 en koolstofdioxide nodig

Slide 31 - Quizvraag

Wat zit er in bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Plasma en cellen
D
Een soort gele vloeistof

Slide 32 - Quizvraag

Aan welk onderdeel van de rode bloedcel zit hemoglobine?
A
Cytoplasma
B
De celmembraan
C
Celkern
D
De chromosomen

Slide 33 - Quizvraag

Waarom is bloed eigenlijk rood?
A
Door de CO2
B
Door de zuurstof
C
Door het plasma
D
Door de rode bloedcellen

Slide 34 - Quizvraag

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 35 - Quizvraag

8.3 Je bloed vervoert...
1A + 1B.)Hoe vervoert je bloed GLUCOSE en ZUURSTOF?
2.) Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 36 - Tekstslide

Morgen S.O.
Over paragrafen 8.1 + 8.2 + 8.3 

Slide 37 - Tekstslide