Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië

Leerdoelen opschrijven
1. Wat gebeurde er met Alexanders rijk na zijn dood?
2. Wat is hellenisme? Geef een voorbeeld.

Klaar? Leer de begrippen uit je hoofd, op blz. 65

timer
3:00
Vorige les:
1. Wie waren de Perzen en hoe kwamen ze in conflict met de Grieken?
2. Wat was het succes van de veldtocht van Alexander de Grote?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
1. Wat gebeurde er met Alexanders rijk na zijn dood?
2. Wat is hellenisme? Geef een voorbeeld.

Klaar? Leer de begrippen uit je hoofd, op blz. 65

timer
3:00
Vorige les:
1. Wie waren de Perzen en hoe kwamen ze in conflict met de Grieken?
2. Wat was het succes van de veldtocht van Alexander de Grote?

Slide 1 - Tekstslide



04-11 Par. 3.1 De wereld van de Grieken
07-11 Par. 3.1 De wereld van de Grieken
11 en 14 nov: GEEN GS LES
18-11  Par. 3.1 De wereld van de Grieken
21-11 Par. 3.2 Athene en Sparta
25-11 Par. 3.2 Athene en Sparta
28-11  Par. 3.2 Athene en Sparta
02-12 SO par. 3.1 en 3.2 
05-12 - 
9-12 Par. 3.3 De Griekse cultuur
12-12 Par. 3.3 De Griekse cultuur



16-12 Par. 3.3 De Griekse cultuur
19-12 Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië
KERSVAKANTIE
06-01 Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië
09-01 Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië
13-01 Herhalen
TOETSWEEK 2
TOETSWEEK 
H3 par 3.1 t/m 3.4
Studiewijzer

Slide 2 - Tekstslide

Klassikaal lezen: "Een slagveld" op blz. 56

Slide 3 - Tekstslide

De Perzen
  • De Perzen woonden in het Midden-Oosten. 
  • Een deel van de Perzen waren nomaden, andere woonde in dorpen en steden. 
  • Ze waren polytheïstisch.
  • Ze geloofden dat hun koning was gekozen door de god van het licht.
  • Het Perzische Rijk was te groot om te besturen. Daarom was het rijk verdeeld in provincies. Elk provincie had een bestuurder. 

Slide 4 - Tekstslide

Macedonische hegemonie
Door de vele ruzies tussen griekse stadstaten zorgde ervoor dat ze zwaak werden.
Filippus II, koning van Macedonië maakte daar gebruik van:
  • Grieken moesten hem als koning te accepteren (geweld).
  •  Maakte van alle stadstaten ÉÉN RIJK! (op Sparta na)
  • Wilde het Perzische Rijk aanvallen. Zijn redenen:
                               - Zijn rijk uitbreiden
                               - Wraak op het Perzische Oorlog
                              MAAR... werd vermoord.

Slide 5 - Tekstslide

Alexander de Grote 
  • Zoon van Filippus II. 
  • Voerde de plannen van zijn vader: in 334 v.Chr. viel hij het Perzische Rijk binnen. 
  • Macedonische en Griekse soldaten vochten samen. 
  • Hij verdreef de Perzen uit Egypte en verwoestte de Perzische hoofdstad.
  • Alexander wilde koning van Azië worden! Hij veroverde gebieden tot aan het huidige Pakistan! Hoe?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Alexanders veldtocht
  • De Grieken werkden op het slagveld goed samen. 
  • Alexander zette zijn troepen handig in en koos het terrein zo uit, dat het in zijn voordeel was. 
Maar...
  • Sommige Perzische steden waren ontevreden over hun koning, Darius III. Alexander zei dat hij net zo goddelijke was als de Perzische koning. 
  • Sommige Perzen zagen hem als een bevrijder. 

Slide 8 - Tekstslide

Alexander in Babylon
  • De bestuurders van Babylon verwelkomden Alexander en benoemden hem direct tot koning. 
  • Als steden verzet boden, werden de bewoners vermoord of als slaaf verkocht.

Slide 9 - Tekstslide

Wat valt je op?
Stichting van steden (Alexandria) om eenheid te creëren. 

Slide 10 - Tekstslide

 Alexander de Grote
  • Stichtte heel veel "Alexandria". 
  • Zag zichzelf als de zoon van Zeus. 
  • Was "ononverwinnelijk". 
Maar...India was het begint van zijn einde...Waarom?
- Soldaten wilden niet meer voor hem vechten.
- Raakte gewoon in de strijd.
- Moeilijke terugtocht: duizenden soldaten sterven in de woestijn.


Slide 11 - Tekstslide

 Alexander de Grote gaat dood...
  • Zijn zoon was nog maar een kind. 
  • Generaals die voor hem hadden gevochten willen allemaal een eigen koninkrijk. De strijd duurde 40 jaar. 
  • Alexander's Rijk wordt verdeeld in drie, de diadochen-rijken:
1. Egypte
2. Azië
3. Griekeland en Macedonië.



Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen voor Griekenland
  • Het einde van de poleis: ze waren nu onderworpen aan het gezag van een koning.
  • Griekenland bleef onrustig: er waren plundertochten en strijd tussen verschillende steden.
  • In 200 v.Chr.: oorlog met de Romeinen. 
  • De Grieken werden in 146 v.Chr. definitief verslagen. Ook de rijken in Egypte en Azië kwamen ten einde. 

Slide 13 - Tekstslide

Door de veroveringen van Alexander raakte de Griekse cultuur in een groot deel van de wereld bekend:
  • Er woonden veel Grieken in het hele Macedonische rijk, zoals oud-soldaten. Zij brachten de Griekse cultuur mee.
  • Overwonnen volken namen de Griekse kunst, bouwstijl, filosofie en wetenschap over. Ook het bestuur swas in handen van een Griekse elite. 
Andere culturen hadden invloed op de Grieken. Bijvoorbeeld: de Griekse koning in Egypte moest zich als een Egyptische farao gedragen om geaccepteerd te worden.
Alexander de Grote en de Egyptische god Amon-Ré (reliëf in tempel in Luxor, Egypte)

Slide 14 - Tekstslide

Hellenisme
De periode en cultuur die ontstond na de veroveringen van Alexander de Grote, waarin de Griekse cultuur, taal, kunst en ideeën zich vermengden met die van andere gebieden in het Midden-Oosten, Egypte en Azië.

Hellenisme wordt afgeleid van hellas, Grieks voor "Griekenland". 


De schatkamer in Petra (Jordanië) werd gebruikt als grafkamer en is uitgehakt in een rotswand. Links en rechts van de ingang staat een beeld van een Griekse god. Het middelste beeld boven is een Egyptisch-Griekse godin. Gebouw 84 v.Chr. door de Nabateeërs, een volk in het Midden-Oosten.

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Par. 3.4 vanaf blz. 68 opdrachten 9, 10, 11a, 12, 13 en 14.  
Max. 15 minuten
Zelfstandig, zachtjes overleggen is toegestaan.

Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen en leer de begrippen uit je hoofd.
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen antwoorden
1. Wat gebeurde er met Alexanders rijk na zijn dood?
2. Wat is hellenisme? Geef een voorbeeld.

Slide 17 - Tekstslide