Cursus 2 argumenteren Par. 2 Argumentatiestructuren
Argumentatiestructuren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Argumentatiestructuren
Slide 1 - Tekstslide
Argumentatiestructuur
In een argumentatiestructuur wordt een mening of standpunt onderbouwd. Voorbeeldteksten zijn betogen, advertentieteksten of sollicitatiebrieven.
Slide 2 - Tekstslide
Enkelvoudige argumentatie
Elke dag een uur gym is goed, want bewegen is gezond.
Bewegen is gezond, dus elke dag een uur gym is goed.
Enkelvoudige argumentatie: één argument onderbouwt het standpunt.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Onderschikkende argumentatie:
een argument wordt door ten minste één ander argument ondersteund. Een ondersteunend argument is een subargument. Een subargument kan zelf ook weer ondersteund worden door een subargument.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten:
Het standpunt wordt door meer dan één argument ondersteund. De argumenten zijn los van elkaar te gebruiken; ze hebben elkaar niet nodig. Tussen twee blokjes naast elkaar past het woord en.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten:
Het standpunt wordt door twee argumenten ondersteund. De argumenten hebben elkaar nodig: ze werken alleen in combinatie met elkaar.