Theme 4 future tense repeat

Welcome 

inloggen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EnglishLower Secondary (Key Stage 3)Upper Secondary (Key Stage 4)

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome 

inloggen

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Plan

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goal
In the end of the lesson you will know how to use future in English 

Slide 3 - Tekstslide

What to do :
Listen to the explanation and answer the questions 

Slide 4 - Tekstslide

Future

Slide 5 - Tekstslide

Grammar 8

Making plans for the future.......

= toekomende tijd

= iets beloven, aanbieden, aankondigen

= iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

He will buy four tickets for the show. 

We are going to see a comedy show tomorrow. 

Slide 6 - Tekstslide

iets aanbieden, beloven, aankondigen

Slide 7 - Tekstslide

iets van plan zijn of iets gaat gebeuren

Slide 8 - Tekstslide

Future tense: present simple
tijden volgens een vast schema.

- The train departs at a quarter past five.

Slide 9 - Tekstslide

toekomende tijd
-
iets aanbieden
iets beloven
iets aankondigen
-
iets van plan zijn

iets gaat gebeuren
the future 
-
I will get you some more tea.
Anne will call you back later.
They will be home at six.
-
Tom is going to do his homework tonight.
Tom will get a good grade.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Future

Slide 12 - Tekstslide

de toekomende tijd
is in het engels:
A
the present
B
the future
C
the past
D
the continuous

Slide 13 - Quizvraag

om iets aan te bieden,
te beloven,
of aan te kondigen:
A
will + hele werkwoord
B
shall + hele werkwoord
C
allowed to + hele werkwoord
D
am/are/is + going to + hele werkwoord

Slide 14 - Quizvraag

als je iets van plan bent
of iets gaat gebeuren:
A
will + hele ww
B
shall + hele ww
C
allowed to + hele ww
D
am/are/is + going to + hele ww

Slide 15 - Quizvraag

will + hele werkwoord
She will get you a coke.
A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 16 - Quizvraag

I am - she/he/it is - you/we/they are
+ going to + hele ww
We are going to lose the game.
A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 17 - Quizvraag

I promise I ... you a letter soon. (write)
A
will write
B
am going to write

Slide 18 - Quizvraag

The graffiti exhibition........ (not-open)this Monday but next Monday.
A
isn't opening
B
doesn't open

Slide 19 - Quizvraag

My brother bought tickets for the ice sculpting festival next week. Why don't you join us? I promise you it..................be great.
A
will
B
is going to

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

To do:
exercise: 25,26 and 27

Slide 22 - Tekstslide