Thema 5 Erfelijkheid & Evolutie

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
  • Lessonup open & vul code in
  • Malmberg.nl open voor je opdrachten
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
  • Lessonup open & vul code in
  • Malmberg.nl open voor je opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Thema 5 Erfelijkheid & Evolutie
Als er een baby is geboren, zeggen mensen vaak dat de baby op zijn moeder of zijn vader lijkt. Dat een baby op zijn ouders lijkt, komt doordat een baby eigenschappen erft van zijn ouders.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft invloed op het fenotype?
A
Vrienden van het kind
B
Leraren van het kind
C
Buren van het kind
D
De ouders van het kind

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eigenschap is onzichtbaar?
A
Oogkleur
B
Haarlengte
C
Bloeddruk
D
Vorm van de oren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt zichtbaar in het fenotype?
A
Vorm van de neus
B
Smaakvoorkeuren
C
Opleidingsniveau
D
Leeftijd van het organisme

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eigenschap is erfelijk?
A
Favoriete kleur
B
Voorkeur voor muziek
C
Kleur van de ogen
D
Houding bij sport

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het fenotype?
A
Alleen de erfelijke eigenschappen
B
Alleen de uiterlijke kenmerken
C
Alle eigenschappen van een organisme samen
D
Alleen de onzichtbare eigenschappen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaan chromosomen?
A
Uit vetten en suikers.
B
Uit mineralen en vitamines.
C
Voor een groot deel uit DNA.
D
Uit cellen en organen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ligt in de celkern?
A
Chromosomen en DNA.
B
Bacteriën en virussen.
C
Vetten en eiwitten.
D
Water en zuurstof.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn lichaamscellen?
A
Cellen zonder celkern.
B
Cellen van planten.
C
Cellen in de lucht.
D
Cellen waaruit je lichaam is opgebouwd.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaan organismen?
A
Uit lucht en water.
B
Uit alleen één cel.
C
Uit organische verbindingen.
D
Uit veel cellen met celkernen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt de informatie voor oogkleur?
A
Alleen in de haren
B
Alleen in de oogcellen
C
In alle cellen van het lichaam
D
Alleen in de huidcellen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het genotype?
A
Informatie op het DNA voor eigenschappen
B
Uiterlijk van het organisme
C
Alleen oogkleur informatie
D
Ziekte-informatie van een organisme

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bevat het DNA van chromosomen?
A
Informatie voor erfelijke eigenschappen
B
Alleen in voetcellen
C
Alleen in oogcellen
D
Alle cellen van je lichaam

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand zijn haarkleur verft bij de kapper dan veranderd het....
A
Fenotype
B
Genotype
C
Erfelijke informatie
D
DNA

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen 5.1
5.1.1 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.

5.1.2 Je kunt benoemen wat het genotype en het fenotype zijn.

Slide 16 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fenotype
alle eigenschappen van een organisme

Je hebt duizenden eigenschappen. Bijvoorbeeld de vorm van je oren en de kleur van je ogen. 
Veel van die eigenschappen zijn erfelijk. Je hebt ze geërfd van je ouders.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotype
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen samen noem je het genotype van een organisme.
• Het genotype is de informatie op het DNA voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme.
• Het fenotype zijn de eigenschappen die een organisme heeft, zoals het uiterlijk.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
5.2.3 Je kunt benoemen dat elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.

Slide 22 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Chromosomen
Liggen altijd in paren!:
Chromosomen paren

Waarom 2 van elke?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gen
deel van een chromosoom dat informatie voor een erfelijke eigenschap bevat


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen in geslachtscellen
Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen. In de kernen van geslachtscellen komen de chromosomen niet in paren voor, maar enkelvoudig.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celdeling

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak nu van 5.1 (als je huiswerk niet hebt gemaakt)

2, 3, 4 & 5 

Maak van 5.2:

1, 2, 3, 5, 6 & 7 

Slide 28 - Tekstslide

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de 
leerstof actief verwerkt dient te worden.  
De docent heeft gemodelleerd. De leerlingen gaan nu actief inoefenen.
Er is hier ruimte voor verlengde instructie. 

De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. 

De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
A
44 chromosomen
B
23 chromosomen
C
46 chromosomen
D
48 chromosomen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn chromosomenparen?
A
Een enkel chromosoom
B
Drie chromosomen
C
Twee gelijke chromosomen
D
Vier chromosomen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel chromosomenparen heeft een mens?
A
23 chromosomenparen
B
24 chromosomenparen
C
22 chromosomenparen
D
20 chromosomenparen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bevinden chromosomen zich?
A
In het cytoplasma
B
In het ribosoom
C
In de celkern
D
In de mitochondriën

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gen?
A
Een celkern
B
Een type chromosoom
C
Deel van een chromosoom
D
Een erfelijke ziekte

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vormt het genotype van een organisme?
A
Alle genen in een celkern
B
Alle erfelijke eigenschappen
C
Alle lichaamscellen
D
Alle chromosomen in een cel

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vormen twee gelijk chromosomen?
A
Een gen
B
Een cellenpaar
C
Een genenpaar
D
Een chromosomenpaar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies