Wechselpräpositionen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heute den 11. Dezember
- Ik ken de keuzevoorzetsels en kan uitleggen wanneer deze voorzetsels een 3e of 4e naamval krijgen
- Ik kan op het internet een reisblog in Duits zoeken en die verwerken aan de hand van de gestelde opdracht. 
- Ik weet dat ik donderdag 14 december mijn reisblogs moet inleveren. 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie studieren
Bestudeer de theorie van bron H op blz. 92/93
Maak voor jezelf opdracht 5 op blz. 92
Je hebt hiervoor 5 minuten 
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat denk je?
Wat zijn hier de voorzetsels:
A
der die das
B
mein dein sein
C
ich du er sie es
D
für ohne mit nach in

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de voorzetsels van de 3e naamval?
A
aus bei mit nach seit von zu
B
um für durch ohne gegen entlang

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de voorzetsels van de 4e naamval?
A
aus bei mit nach seit von zu
B
um für durch ohne gegen entlang

Slide 6 - Quizvraag

Die Wechselpräpositionen

Slide 7 - Tekstslide

Bij de keuzevoorzetsels moet je kiezen. Ze zorgen voor de:
A
3e of 4e naamval
B
4e of 2e naamval
C
1e of 3e naamval
D
1e of 2e naamval

Slide 8 - Quizvraag

Wechselpräpostionen: Als er sprake is van zich bevinden , welke naamval krijg je dan?
A
Dativ = 3e naamval
B
Akkusativ = 4e naamval

Slide 9 - Quizvraag

Wechselpräpostionen: Als er sprake is van een beweging ergens naartoe, welke naamval krijg je dan?
A
Dativ = 3e naamval
B
Akkusativ = 4e naamval

Slide 10 - Quizvraag

An welch…… Tag(m) haben wir die Prüfung?
A
Dativ = 3e naamval
B
Akkusativ = 4e naamval

Slide 11 - Quizvraag

Die Wechselpräpositionen (Klasse 4)

Drukt het zinsdeel een positie uit? ergens zijn? of een tijd? Dan is het de 3e naamval.

An / Am Donnerstag haben wir Deutsch.
> Wann haben wir Deutsch?

Der Lehrer sitzt hinter d... Baum.
> Wo sitzt der Lehrer?


Slide 12 - Tekstslide

Drukt het zinsdeel een plaatsverandering uit? ergens komen? Dan is het de 4e naamval.

Ich setze mich auf d……Stuhl.
> Wohin setze ich mich?
> Akkusativ 

Slide 13 - Tekstslide

Der Baum steht neben d…… Haus (o).
A
das
B
dem

Slide 14 - Quizvraag

Meerkeuze
Kies het juiste lidwoord

Slide 15 - Tekstslide

Auf dem Foto stehe ich zwischen mein…… Freunde……
A
meine Freunde
B
meinen Freunden

Slide 16 - Quizvraag

Ich schwimme in d…… Wasser (o).
A
das
B
dem

Slide 17 - Quizvraag

Ich gehe in d…… Kino (o).
A
das
B
dem

Slide 18 - Quizvraag

Ich schaue über d…… Mauer (v).
A
die
B
der

Slide 19 - Quizvraag

Die Zuschauer strömten in d………. Stadion.
A
dem
B
das

Slide 20 - Quizvraag

Auf ein………. Bank (v) auf d………. Bahnsteig (m) wartete er auf d………. Zug (m).
A
eine, dem, dem
B
einer, dem, dem
C
eine, dem, den
D
einer, dem, den

Slide 21 - Quizvraag