4.5 Toepassingen van ontledingsreacties

4.5 Toepassingen van ontledingsreacties
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

4.5 Toepassingen van ontledingsreacties

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Activiteit
Doel
Tijdsduur
-Huiswerk nakijken
Reflecteren op vorige leerdoelen
10 min
-Formatieve check
10 min
-Herhaling Ontledingen
Nieuwe leerdoelen introduceren
20 min
-Toepassingen
10 min
-Oefenen
Nieuwe leerdoelen verwerken
20 min

Slide 2 - Tekstslide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Reflecteren op vorige leerdoelen
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt de werkzame stof in dynamiet benoemen.
  • Je kunt beschrijven waarom nitroglycerine een grote explosieve kracht heeft.
  • Je kunt uitleggen hoe je op een duurzame manier waterstof kunt produceren.
  • Je kunt uitleggen hoe bauxiet wordt omgezet in aluminium.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weten we nog van ontledingsreacties?

Slide 6 - Woordweb

Ontledingsreactie
Ontledingsreactie gebeurt als er genoeg energie is en er geen zuurstof is.

Een ontledingsreactie heeft altijd:
  • 1 beginstof
  • 2 of meer reactieproducten

Reactieschema:
beginstof (fase) → reactieproducten (fase)

Voorbeeld:
Papier (s) → koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)

Slide 7 - Tekstslide

Welke reacties zijn ontledingsreacties?
1. 4 C₃H₇NO₂ + 19 O₂ → 12 CO₂ + 14 H₂O + 2 N₂
2. 2 H₂S + 4 O₂ → 2 SO₂ + 4 H₂O
3. 2 NH₄Br → N₂ + 2 H₂ + Br₂
4. Fe₂O₃ + 3 C → 3 CO + 2 Fe
5. 6 CON₂H₄ → C₃N₆H₆ + 3 CO₂ + 6 NH₃

Slide 8 - Open vraag

Ontledingsreacties
Ontledingsreacties:
Altijd één beginstof en twee of meer reactieproducten!

Drie manieren om stoffen te ontleden:
  • met behulp van licht → fotolyse
  • met behulp van warmte → thermolyse
  • met behulp van elektrische energie → elektrolyse

Slide 9 - Tekstslide

In de verbrandingsmotor van een raceauto reageert de brandstof met zuurstof uit de lucht. Door extra zuurstof toe te voegen kan de auto harder rijden. Deze extra zuurstof kan worden geleverd door lachgas (N2O). Lachgas wordt vloeibaar gemaakt en opgeslagen in een tank, die in de auto wordt bevestigd. Door op een knop te duwen, wordt lachgas vanuit de tank in de motor gebracht. Bij de hoge temperatuur in de motor ontleedt het lachgas vervolgens tot stikstof en zuurstof.

Geef de naam van het type ontleding dat plaatsvindt in de motor.
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
D
Geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Geef de kloppende reactievergelijking voor de thermolyse van suiker (C₆H₁₂O₆) hierbij ontstaan koolstof (C), waterstof (H₂) en zuurstof (O₂).

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn verbindingen en enkelvoudige stoffen?
Alle stoffen op de wereld zijn ofwel mengsels ofwel zuiver.

Zuivere stoffen onder te verdelen in 2 groepen:
  • Verbindingen (ontleedbare stoffen)
  • Enkelvoudige stoffen (niet-ontleedbare stoffen)

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn verbindingen?
Verbindingen = moleculen die bestaan uit meerdere atomen
bijvoorbeeld: koolstofdioxide, water, glucose, methaan

Ontleedbaar = de verbinding is te breken in meerdere atomen.


Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn enkelvoudige stoffen?
Enkelvoudige stof = stoffen die maar uit een enkel atoom bestaan.

Bijv.: alle metalen (Fe, Cu, Au) komen altijd maar als enkele atomen voor. Maar ook koolstof (C) komt vaak enkel voor.

Niet-ontleedbaar = niet af te breken in losse atomen.

Slide 14 - Tekstslide

Uitzonderingen
Er zijn 7 enkelvoudige stoffen die wel uit meerdere atomen bestaan.

Deze komen in de natuur altijd in paren voor, ze kunnen niet verder
ontleed worden.

Ezelsbruggetje:
Claartje Fietst Naar Haar Oma In Breda (2x)
Cl             F           N       H        O        I    Br


Slide 15 - Tekstslide

Zet de juiste stoffen bij de juiste term.
Verbindingen
Enkelvoudige stoffen
CH4
Fe
C6H12O6
Br2
H2O
C2

Slide 16 - Sleepvraag

Dynamiet
Elk jaar wordt de Nobelprijs uitgedeeld aan mensen die een grote bijdrage hebben geleverd aan de wetenschap/ de maatschappij.

Deze prijs is vernoemt naar Alfred Nobel. Meneer Nobel was onder andere de uitvinder van dynamiet!

De belangrijkste stof in dynamiet is nitroglycerine (C₃H₅N₃O₉)

Slide 17 - Tekstslide

Geef de kloppende reactievergelijking voor de ontleding van nitroglycerine (C₃H₅N₃O₉). Hierbij ontstaan CO₂ en H₂O en N₂ en O₂.

Slide 18 - Open vraag

Dynamiet
Reactievergelijking nitroglycerine (C₃H₅N₃O₉):


Nitroglycerine is vloeibaar, alle reactieproducten zijn gassen.

Gassen hebben een groter volume dan nitroglycerine

Door een klein beetje nitroglycerine te ontleden, ontstaat er heel veel gas, dit zorgt voor de explosieve kracht.

Slide 19 - Tekstslide

Geef de kloppende reactievergelijking voor de elektrolyse van water (H₂O). Hierbij ontstaan H₂ en O₂

Slide 20 - Open vraag

Waterstof als brandstof
Elektrolyse van water:
2 H₂O (l) → 2 H₂ (g) + O₂ (g)

Bij de elektrolyse van water ontstaat er waterstof.

Waterstof kan gebruikt worden als een brandstof. Een brandstof die niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
Want als je waterstof verbrandt, ontstaat er alleen maar waterdamp.

Slide 21 - Tekstslide

Groene waterstof
Waterstof draagt niet bij aan de opwarming van de aarde, maar dat kan alleen als de elektrolyse ook groen gebeurt.

Voor de elektrolyse van water is elektrische energie nodig. Als deze energie van groene energie (windmolens, zonnepanelen) dan spreken we van groene waterstof.

Andere stoffen die dus niet bijdragen aan de opwarming van de aarde, heet dus ook groene energie.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Aluminium produceren
Naast ijzer is aluminium de meest gebruikte metaal.

Je gebruikt het voor: aluminiumfolie, auto’s, vliegtuigen, pannen, bestek, tafels, stoelen, etc.
Hoe wordt aluminium gemaakt?

Slide 24 - Tekstslide

Bauxiet
Aluminium wordt gemaakt uit de grondstof bauxiet.
In bauxiet zit een hoop aluminiumoxide (Al₂O₃).

  1. Bauxiet wordt eerst verwarmt, hierdoor gaat de aluminiumoxide smelten.
  2. Daarna wordt aluminiumoxide ontleedt door middel van elektrolyse:
  3. aluminiumoxide (l) → aluminium (l) + zuurstof (g)


Slide 25 - Tekstslide

Geef de kloppende reactievergelijking voor de ontleding van bauxiet (Al₂O₃). Hierbij ontstaan Al en O₂

Slide 26 - Open vraag

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig of duo's in rust.
Wat?

Hoe?
Uit het boek
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 14:30
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?
Extra oefenen kloppend maken en reactievergelijkingen opstellen.
Hoofdstuk 4 Paragraaf 5:
1 t/m 15

Slide 27 - Tekstslide

SO bespreken

Slide 28 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kunt de werkzame stof in dynamiet benoemen.
Je kunt beschrijven waarom nitroglycerine een grote explosieve kracht heeft.
Je kunt uitleggen hoe bauxiet wordt omgezet in aluminium.
Je kunt uitleggen hoe je op een duurzame manier waterstof kunt produceren.

Slide 29 - Sleepvraag