Architectuur CKV

Architectuur
leerdoel:
Aan het einde van deze lessen weet je wat architectuur is en kun je deze kunstdiscipline volgens de kijkwijzer beschrijven.
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Architectuur
leerdoel:
Aan het einde van deze lessen weet je wat architectuur is en kun je deze kunstdiscipline volgens de kijkwijzer beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is architectuur
Architectuur is de kunst van het ontwerpen van de gebouwde omgeving. (gebouwen, interieurs, landschappen, steden)
Architectuur is een toegepaste kunstvorm --> het heeft niet alleen een esthetische waarde maar ook een functionele. Architectuur moet dus niet alleen mooi zijn, maar ook bruikbaar en stevig.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 kenmerken
Er zijn verschillende kenmerken die voor een bepaalde uitstraling van het gebouw zorgen:

- functie                                           -materiaal
- vorm                                                -constructie
-omgeving                                       -visie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

functie
Al sinds de eerste vormen van architectuur kon je aan de vorm van een gebouw meteen de functie herkennen. Een kerk had een klokkentoren en een gerechtsgebouw een statige, klassieke entree met zuilen. Tegenwoordig ontwerpen nog maar weinig architecten traditionele, herkenbare gebouwen. Je kunt niet meer zo makkelijk aan de buitenkant zien of een gebouw bedoeld is om in te wonen of te werken. Toch hebben gebouwen vaak een bepaalde uitstraling die past bij hun functie.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft dit gebouw?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft dit gebouw?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft dit gebouw?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft dit gebouw?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft dit gebouw?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft dit gebouw?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vorm
klassieke gebouwen hebben vaak symmetrische vormen en statige gevels, een centrale entree en ornamenten (versieringen) die de status verhogen.
De eenvoudige doosvorm (geometrisch) is kenmerkend voor het modernisme en bepaalt veel van de architectuur tussen 1930 en 1980.
Organische vormen zijn niet-geometrische vormen die ontleend zijn aan de natuur.
Nieuwe technologie maakt het tegenwoordig mogelijk om complexe, organische gebouwen te ontwerpen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organische vormgeving
Geometrische vormgeving

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

omgeving
Soms sluit nieuwe architectuur aan op de bestaande omgeving. Een nieuw gebouw gaat dan als het ware op in het ritme van de omringende gebouwen. Bijvoorbeeld doordat de hoogte, vorm, materialen en kleuren hetzelfde zijn. Maar een architect kan ook bewust kiezen voor een contrast, door een gebouw te ontwerpen dat sterk van zijn omgeving afwijkt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij het gebouw ?
"De Rotterdam" Rem Koolhaas

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij het gebouw
A
contrast
B
sluit aan bij het gebouw

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij het gebouw ?
 BLOB
‘Binary Large OBject’, Eindhoven
Massimiliano Fuksas


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij het gebouw
A
contrast
B
sluit aan bij de omgeving

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij het gebouw ?
Dancing House,
Frank Gehry

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij het gebouw
A
contrast
B
sluit aan bij de omgeving

Slide 19 - Quizvraag

Dit gebouw sluit aan bij de omgeving omdat:
-de hoogte van de gevel doorloopt in de gebouwen ernaast.
-de kleuren ook passen bij de andere gebouwen.
-ramen zijn qua vorm en grootte ook passend bij de andere gebouwen.
 
Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij de aanbouw ?
Stedelijk museum, Amsterdam
aanbouw 2012, "de badkuip"
 Benthem Crouwel Architekten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij de aanbouw ?
Stedelijk museum, Amsterdam
aanbouw 2012, "de badkuip"
Benthem Crouwel Architekten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de omgeving hier contrasterend of sluit het aan bij de aanbouw
A
contrast
B
sluit aan bij het gebouw

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal
De gebruikte materialen dragen in belangrijke mate bij aan de uitstraling van een gebouw. Voor bankgebouwen worden vaak luxe materialen gebruikt zoals marmer. Metselwerk en baksteen is typisch Hollands en geeft de gebouwen een vertrouwd uiterlijk. In de negentiende eeuw geven gewapend beton, staal en glas architecten ongekende nieuwe mogelijkheden. Hierdoor kunnen grotere en lichtere constructies worden ontworpen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gewapend beton
werd voor het eerst gebruikt rond 1880
Palazzetto dello Sport in Rome, 1957
Is gebouwd voor de Olympische zomerspelen van 1960.
Door prefab onderdelen kon de koepen in 40 dagen gebouwd worden.
prefab = prefabricage

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Baksteen
typisch NL
Amsterdamse school = bouwstijl in NL rond 1915
Kenmerkend is het gebruik van veel baksteen en het toepassen van versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constructie
Letterlijk betekent constructie het samenvoegen van verschillende delen. In de architectuur zorgt de draagconstructie ervoor dat een gebouw overeind blijft staan. De muren, vloeren en fundering dragen samen het gewicht. In moderne architectuur is meestal sprake van skeletbouw. Een skelet van stalen of betonnen kolommen draagt het gewicht en houdt het gebouw overeind. Een architect kan ervoor kiezen om het skelet "eerlijk" zichtbaar te maken of te verbergen, bijvoorbeeld achter plaatwerk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staal constructies 
Aan de buitenkant niet meer zichtbaar doordat de gevel is bekleed met steen
Empire State Building,
New York 1930 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staal constructies 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staal constructies 
Aan de buitenzijde zichtbare staal constructie, bekleed met glas

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beton skeletbouw 
De verdiepingen en dragende kolommen zijn goed zichtbaar
Openlucht school
1930, Jan Duiker
Amsterdam-Zuid

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visie
Architecten bouwen vanuit een visie. Zijn hebben ideeën over hoe gebouwen eruit moeten zien en moeten functioneren om er prettig in te wonen, te werken of samen te leven.

De visies van architecten hebben dus grote invloed op ons dagelijks leven. Zo was 'less is more' de slogan van de beroemde modernistische architect Mies van der Rohe. Zijn uitgangspunt was geen decoratie , de functie bepaalt hoe een gebouw eruit ziet. (form follows function)

De postmodernistische architect Robert Venturi vond dat maar saai en zei: 'Less is a bore'. Bij postmodernistische architectuur is er dan ook meer ruimte voor niet-functionele zaken, zoals ornamenten, uitbundige kleuren en een mix van verschillende bouwstijlen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
less is a bore
B
less is more

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
less is a bore
B
less is more

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
less is a bore
B
less is more

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
less is a bore
B
less is more

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
less is a bore
B
less is more

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Rotterdam staan de kubuswoningen, deze werden in de jaren 80 gebouwd en ontworpen door Piet Blom.
Dit ontwerp was een reactie op het grootschalig en grijze modernisme van de architectuur van de wederopbouw na WOII.

In de volgende dia bekijk je een videofragment over de kubuswoningen en de visie op dit ontwerp.
(duur: 20 min)
Bijzondere woningen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

KIJKWIJZER- oefening
Je gaat nu de markthal in Rotterdam goed bekijken en bestuderen. 
Met behulp van de kijkwijzer ga het gebouw beschrijven.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies