Begrenzen en benoemen van enkelvoudige zinnen (1)
Stap 1: Zoek de persoonsvorm (pv) en zet / zinsdeelstrepen /.
Stap 2: Alle woorden voor de persoonsvorm vormen samen 1 zinsdeel. Zet dus 1 zinsdeelstreep.
Stap 3: Alle woordgroepen/woorden die je zelfstandig voor de pv kan zetten zijn ook een zinsdeel. Zet zinsdeelstrepen.
Stap 4: Zoek alle werkwoorden in de zin. Zij vormen het werkwoordelijk gezegde (wg)
Woordsoorten: in een wg staat 1 zww eventueel aangevuld met 1 of meerdere hww.
Stap 5: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde = onderwerp (ow)
Stap 6: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + ow = lijdend voorwerp (lv)