Financieel BOL N3 Les 1

Financieel BOL N3
College  - Administratie/ inventariseren / balans



Les 1 - Introductie / inventariseren / balans
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Financieel BOL N3
College  - Administratie/ inventariseren / balans



Les 1 - Introductie / inventariseren / balans

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eva Victoria
1e kleinkind

12 september
 12.12 uur geboren
3600 gram
50 cm
#trots

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van hoofdstuk 1..
  • Weet je wat wordt bedoeld met een financiële administratie
  • Kun je uitleggen hoe je een balans leest
  • Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met het EV
  • Kun je uitleggen wat het doel is van de hulprekeningen van het EV
  • Kun je m.b.v. de hulprekeningen het bedrijfsresultaat uitrekenen
  • Kun je het onderscheid maken tussen diverse kosten (direct-indirect-variabel en vast)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een financiële administratie?

Slide 4 - Open vraag

gestructureerd
vastleggen
financiële gegevens (kun je uitdrukken in geld)
Bedrijf
Waarvoor heeft een bedrijf een financiële administratie nodig?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen
Financiële gegevens: alle gegevens die in geld zijn uit te drukken
Financieel management: De manier waarop de financiën worden beheerd.
Financiële administratie: De wijze waarop de financiële gegevens worden vastgelegd en beheerd


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef 2 voorbeelden van financiële gegevens?

Slide 10 - Woordweb

transacties. facturen, overboekingen, bankmutaties, debiteuren/crediteuren, etc.
De balans

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een inventaris is een lijst met alle bezittingen van een onderneming op een bepaalde datum
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

inventaris = balans
Inventariseren is het samenstellen van een inventaris
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou op een balans van een bakkerij staan?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een balans bestaat uit een linker en rechterzijde.
Wat staat er op de linkerzijde van de balans?
A
De bezittingen
B
De schulden
C
Het eigen vermogen
D
De kosten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de linker- en rechterzijde van de balans genoemd?

Slide 16 - Open vraag

Debet
Credit
Debet

Vaste activa
Vlottende activa


Credit

Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Eigen vermogen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom staat het Eigen Vermogen (EV) aan schuldenkant op de balans?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een balans MOET ALTIJD in evenwicht zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een debiteur heeft nog niet betaald en moet daarom rechts op de balans bij schulden staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen Vermogen staat credit
Het is een 'schuld'  van het bedrijf aan de eigenaar/eigenaren

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het Eigen Vermogen

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Eigen vermogen is het bedrag dat een ondernemer in zijn eigen zaak heeft geïnvesteerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent B.T.W.
A
Bruto Toegevoegde Waarde
B
Bruto Totaal Waarde
C
Belasting Toegevoegde Waarde
D
Belasting Ter Verwerking

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BTW
0% tarief (vrijstelling)
9% tarief (laag tarief)
21% tarief (hoog tarief)


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B.T.W.
  • Af te dragen BTW
  • Te betalen BTW
  • Te vorderen BTW


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
E-book Hoofdstuk 1.1 t/m 1.3
Hoofdstuk 1.3 t/m de paragraaf BTW
Doe de oefeningen in het E-book.

Klaar? 
Maak dan woordkaartjes van belangrijke begrippen uit de tekst. 
Voorzijde begrip en achterzijde de uitleg.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitleg over dit onderwerp vind ik duidelijk.
0 = helemaal niet
10 = helemaal
010

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies