2.3 - 1 Informatieve tekst, Interviewverslag

2.3 - 1 Informatieve tekst, Interviewverslag
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.3 - 1 Informatieve tekst, Interviewverslag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les
Na deze les weet je:
  • wat een informatieve tekst is en kun je die herkennen
  • wat een interviewverslag is en kun je de twee soorten daarvan benoemen

Waarom is dit belangrijk:
Als je de soort tekst goed kunt herkennen, dan weet je beter wat je kunt verwachten. En het zegt ook iets over de betrouwbaarheid: bij interviewverslagen kan dat bijvoorbeeld verschillen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke soorten informatieve teksten ken je al?

Slide 6 - Woordweb

Informatieve tekst
Voorbeelden uit het boek:
  • Nieuwsbericht
  • Sportverslag
  • Interviewverslag
  • Lemma in encyclopedie
  • Schoolboektekst
  • Wetenschappelijk artikel
  • Handleiding

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Interviewverslag
Dit interview was een typisch vraag- en antwoordgesprek.

Stel dat dit interview met Taylor Swift in een tijdschrift verschijnt....
Interviewer schrijft inleiding. Daarin staat informatie over Taylor en reden van interview. Voor interview zélf kan hij kiezen:
  1. Letterlijk interviewverslag.
    Bevat álle vragen en antwoorden; wel aangepast voor leesbaarheid. Onbelangrijke details laat hij weg.
  2. Samenvattend interviewverslag.
    Laat vragen weg, vat antwoorden samen in eigen woorden, wisselt dit af met letterlijke uitspraken van Taylor

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een verschil tussen een letterlijk interviewverslag en een samenvattend interviewverslag?

Slide 10 - Open vraag

In een interview geeft iemand zijn mening. Toch is een interviewverslag een informatieve tekst.
Leg uit waarom.

Slide 11 - Open vraag

Opdrachten
  1. Wat moet je doen? Maak van § 2.3 opdrachten 6, 7 en 8.
  2. Waarom doen we deze opdracht? Je oefent met tekstverbanden, het lezen van een tekst en het beantwoorden van vragen erover.
  3. Hoe pak je het aan en welke hulp kun je krijgen? Overleg met je buurman of -vrouw. Komen jullie er niet uit? Steek je vinger in de lucht en ik help je.
  4. Hoeveel tijd krijg je? 20 minuten
  5. Wat doen we ermee? In het komende proefwerk gaat het er om dat je goed teksten kunt lezen en daar vragen over kunt beantwoorden.
  6. Wat doe je als je klaar bent? Lees in je leesboek.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide