Week 3, 3B

Burgerschap week 3
H6.2 Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?
H6.2 Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap week 3
H6.2 Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?
H6.2 Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Doelen 
  • Hoofdstuk 6.2 
  • Stellingen 
  • Doelen controleren 
  • Huiswerk/afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 

Aan het einde van de les kun je...
  • vertellen aan welke drie eisen rechters moeten voldoen om objectief recht te spreken. 
  • uitleggen welke hulpmiddelen een rechter gebruikt om tot een vonnis te komen.
  • de vraag beantwoorden hoe rechtvaardig het Nederlandse rechtssysteem is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 6.2 
Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?

Wat is rechtvaardig?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is rechtvaardig?

Slide 5 - Open vraag

Rechtvaardig ookwel betrouwbaar / juist en eerlijk handelen naar de situatie. 
Hoe is het Nederlandse recht georganiseerd?

Slide 6 - Tekstslide

De rechtelijke macht staat los van de andere machten en is dus niet beïnvloedbaar door bijv. de overheid.

Wetgevende macht (parlement): Maakt wetten & controleert de uitvoerende macht 

Uitvoerende macht (Regering): Voeren wetten uit of dienen deze in. 
0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechtelijke macht

Slide 8 - Tekstslide

Rechtvaardigheid: de overtreding van een regel en de straf voor die overtreding moeten met elkaar in verhouding zijn.

hoor en wederhoor
alle partijen krijgen de kans om hun kant van de zaak te vertellen.

onafhankelijk
Niemand kan rechters vertellen wat ze moeten doen, ook de minister-president, de koning of een multinational niet.

onpartijdig
Rechters, of hun familieleden of vrienden, mogen niets te maken hebben met de zaak die zij behandelen.

van onbesproken gedrag
Een rechter mag geen strafblad hebben. Ook is het niet verstandig als een rechter op sociale media zijn persoonlijke mening geeft over allerlei zaken.
Organisatie van de Nederlandse rechtspraak









Advocaat
Pro-Deoadvocaat 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt een rechter tot een oordeel?
Een rechter gebruikt rechtsbronnen:
  • Wetten (Bijv. leerplichtwet)
  • Verdragen (EVRM)
  • Jurisprudentie (beslissing uit vergelijkbare zaak)
  • Gewoonte (ingeburgerde ongeschreven regels)

Slide 10 - Tekstslide

EVRM: Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 

Gewoonte: ook wel norm?
0

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Problemen in de rechtspraak
Maatschappelijk dilemma m.b.t de rechterlijke macht 
Ongeveer 50% van de strafzaken worden behandeld door het OM i.p.v. de rechter
Kleinere vergrijpen (bijv. het hebben van drugs op een festival)
  • Het bestraffen van kleine zaken gaat sneller
  • OM straft zwaarder
  • 1 op 10 gevallen veroordeeld met onvoldoende bewijs 

Slide 12 - Tekstslide

Er is dus een maatschappelijk dilemma in Nederland als het gaan over de rechterlijke macht.
Niet alle strafzaken worden afgehandeld door de rechter maar door het Openbaar Ministerie om zo snel recht te spreken. Dit gaat vooral over kleinere zaken zoals bijvoorbeeld het bij je dragen van drugs op een festival.
Het probleem hierbij is echter dat het OM vaak zwaarder straft dan de rechter en in 1 op de 10 gevallen wordt iemand veroordeeld voor iets waar volgens de rechter onvoldoende bewijs voor is.
Hoe rechtvaardig is het Nederlandse rechtssysteem? En waarom?
(1 = niet rechtvaardig - 10 = heel rechtvaardig)
010

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen 
Beschrijf hoe je je ontwikkeld hebt ten aanzien van de volgende stellingen. Doe dit in vier tot zeven stellingen. Voeg eventueel een bewijs toe. 

1.1 Ik heb inzicht in een aantal maatschappelijke dilemma's in dit land. 
1.10 Ik kan via dialoog, discussie, debat of argumentatie een gesprek aangaan. 
3.1 Ik luister aandachtig naar de inbreng van anderen en ik zeg wat mijn gedachten en ideeën zijn. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen bespreken 
Beschrijf hoe je je ontwikkeld hebt ten aanzien van de volgende stellingen. Doe dit in vier tot zeven stellingen. Voeg eventueel een bewijs toe. 

1.1 Ik heb inzicht in een aantal maatschappelijke dilemma's in dit land. 
1.10 Ik kan via dialoog, discussie, debat of argumentatie een gesprek aangaan. 
3.1 Ik luister aandachtig naar de inbreng van anderen en ik zeg wat mijn gedachten en ideeën zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke drie eisen moet de rechter voldoen om objectief recht re kunnen spreken?
Onafhankelijk zijn
Ongeduldig zijn 
Onpartijdig zijn
ongebonden zijn
ongehuwd zijn
Van onbesproken gedrag zijn
Onstabiel zijn

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpmiddelen gebruiken rechters om tot een oordeel te komen?
A
Wetten, verdragen, grondrechten en het wetboek van strafrecht
B
Verdragen, jurisprudentie, wetten & gewoonte
C
Het wetboek van strafrecht, verdragen, grondwet & gewoonte
D
jurisprudentie, wetten, verdragen & grondwet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Volgende week
H6.3 Waar haal ik mijn recht?

Huiswerk:
H6.2 - opdracht 5
  • Maak een Word-document aan. Schrijf hierin de vragen en antwoorden. Lever dit in op Cumlaude. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies