Tekstverbanden en Signaalwoorden

Welkom bij Nederlands
NuNederlands
3.3 Tekstverbanden en Signaalwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
NuNederlands
3.3 Tekstverbanden en Signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 2 - Open vraag

Wat weet je nog over deelonderwerpen?
Schrijf op.

Slide 3 - Woordweb

Wat betekent
coulrofobie
A
Het gedeelte van de tekst waar de hoofdgedachte staat.
B
Angst voor clowns,
C
De witregel die aangeeft dat er een nieuw deelonderwerp begint
D
Psychologisch fenomeen: het niet willen weten.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een tekstverband?

Slide 5 - Open vraag

Een tekstverband is: 
De logische samenhang tussen zinnen en alinea's, die er voor zorgt dat de tekst een geheel vormt. Het soort tekst verband is te herkennen aan signaalwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van tekstverbanden met bijbehorende signaalwoorden:
  • Opsomming (Ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte)
  • Tegenstelling (Maar, echter, desondanks, toch, hoewel)
  • Conclusie (Dus, hieruit volgt, kortom)
  • Oorzaak-Gevolg (Doordat, daardoor, zodat, als gevolg van, waardoor etc.) 

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdrachten
Lezen 2.3  opdracht 1 en 2 in Nu Nederlands
Als je klaar bent begin je aan de extra opdracht.

Slide 8 - Tekstslide

Noem een aantal tekstverbanden

Slide 9 - Open vraag

Wat voor verband?
Ik denk dat de lockdown nu afgebouwd moet worden maar mijn vriendin denkt daar anders over.
A
Oorzaak-gevolge
B
Voorwaarde
C
Tegenstelling
D
Voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor verband?
Als jij voor de versiering zorgt koop ik de eieren voor het paasontbijt.
A
Voorbeeld
B
Volgorde van tijd
C
Voorwaarde
D
Opsomming

Slide 11 - Quizvraag

Huiswerk:
Oefentoets
en oefenen wat er uit het resultaat ervan volgt
(Let op de percentages)
Volgende week: Toets Lezen 2!

Slide 12 - Tekstslide