Soms schrijf je de woorden van een samenstelling niet aan elkaar, maar zet je er een
streepje (koppelteken) tussen:
1- aardrijkskundige namen: Noord-Holland, Nieuw-Zeelander
2 als even belangrijke woorden bij elkaar horen: hotel-restaurant, zwart-wit
3 samenstellingen met cijfers of letters: 10-jarige, de x-as en de y-as, A4-formaat
4 als de uitspraak anders onduidelijk is: auto-ongeluk
5 na woorden als niet-, ex-, leerling-: niet-roker, ex-bewoner, leerling-verpleger